During Impro Amsterdam 2015 I got a chance to interview Luisa Winkler the artistic director of Improtheaterfestival Wurzburg, Trent Pancy artistic director of Finland International Improv Festival and Anja Boorsma artistic director of Impro Amsterdam about the organization, challenges and uniqueness of their festivals. Want to organize your own improv festival? Or just curious about the ins and outs of your favourite festival? You can listen to an audio recording of the interview right here.
Archief voor juni 2015
De impact van improvisatie comedy voor bedrijven
Dit artikel is bedoeld voor iedereen die improvisatie toepast bij bedrijven of dat wil gaan doen. Maar ook voor organisaties die geïnteresseerd zijn in de point of view van de acteur of improvisatiegroep die zij inhuren. Mijn passie zit in het prikkelen, verbinden en in beweging zetten van mensen, dit doe ik door middel van improvisiatie comedy. Vier uitgangspunten die daarbij voor mij centraal staan.
Verlichting voor impro’ers
Op het Theatersportweekend 2015 gaf ik een workshop over de Innerlijke Criticus: het stemmetje in je hoofd dat je vertelt dat je het niet goed doet. Alle workshopdeelnemers kenden het wel: ‘Dat was geen goeie grap!’ ‘Dit Vlaamse accent klinkt als Brabants, sufkut!’ ‘Je hebt niet goed opgelet en nou ben je de namen vergeten…’ ‘De anderen kunnen veel beter improviseren dan jij!’ Ik schrijf deze zinnetjes nu in de Jij-vorm, maar de meeste spelers zullen ze ervaren in de Ik-vorm. En daar begint de ellende.
Wat maakt een goede game?
Wat maakt een goede game? Uiteraard heeft iedereen daar zo zijn eigen mening over. En uiteraard zijn die verdeeld.
Grappige-namen-terreur
Als ik ergens een theatersport-wedstrijd aangekondigd zie staan, moet ik altijd meteen denken aan het tv-programma Vijf Tegen Vijf. Hierin streden teams van 5 personen tegen elkaar, die moesten raden wat de Nederlandse bevolking op een bepaalde vraag had geantwoord. De teams bestonden meestal uit familieleden, buren of collega’s die volgens het format van het programma een ludieke team-naam moesten hebben. En dus had je daar “Adema Girls”, “Happy Family”, “Team Groente en Fruit” of “De HB-tjes”. Snappen jullie waarom ik hieraan moet denken? Juist. Zet die namen op een poster en je hebt een theatersport-wedstrijd. “Maandag 5 oktober is het weer tijd voor een spannend avondje theatersport waarin De HB-tjes op eigen terrein worden uitgedaagd door Team Groente en Fruit. Toegang slechts 5 euro.”
Sportnamen
Ik weet niet wat de achtergrond is van de grappige-namen-terreur in de theatersport. De namen bestaan al zolang ik aan impro doe (een jaartje of 12) en ongetwijfeld zijn ze er al sinds de begintijd – die volgens mij samenviel met de glorietijd van Vijf tegen Vijf in de jaren ’80, maar misschien is dat toeval. En natuurlijk, ik weet dat theatersport “ook maar een spelletje” is, dat het een hobby is die uitgevoerd wordt door amateurs, enzovoort enzovoort, maar dan toch: Waarom die namen? Neem je de “sport” in theatersport serieus, dan zouden sportnamen logischer zijn. Wat dat betreft komt TVA het dichtst bij qua naam, en die hebben dan wel geen F-jes maar wel een cijfersysteem voor de verschillende groepen (tegenwoordig is dat een kleurensysteem, red). Maar zelfs als je niet in de sporttermen wil duiken, zijn er toch echt betere namen te bedenken dan de lolligheid waar de theatersport mee overspoeld is. Want dat is dus precies wat ik er op tegen heb: de lolligheid.
Lolligheid
Wat voor signaal geven al die namen aan het publiek? Vooral een lollig schuifdeuren-gehalte. Een slecht woordgrapje, een gekke woordcombinatie, maar dan net niet inventief genoeg om het Vijf tegen Vijf-niveau te ontstijgen. Laagdrempelig lachen in het buurthuis. Goedkoop en zichzelf niet serieus nemend. Als je een groep bent met de ambitie om wedstrijden te spelen en mensen hiermee te vermaken, als je aandacht besteedt aan wat je aantrekt op het podium en hoe je decor er uit ziet, en als je het publiek vraagt om te betalen, dan mag daar best wel een wat ambitieuzere naam bij. Als je dan ook nog lange vormen speelt of andere impro-varianten die geen wedstrijd-element in zich hebben, dan is zo’n Vijf tegen Vijf-naam helemaal een tang op een varken.
Toch bedenken nieuwe theatersport-groepen nog steeds dat soort ludieke namen. Waarom? Waarschijnlijk omdat je, zeker als je begint, nog geen idee hebt. Dan heb je net een of twee cursuspresentaties gedaan waarin je ook halsoverkop een naam voor je team moest bedenken, en ben je gewend om on the spot iets lolligs te verzinnen, bij gebrek aan beter. En zo blijven de lollige namen eerder regel dan uitzondering in impro-land, terwijl Vijf tegen Vijf al heel wat jaren van de buis af is.
Anders
Theatersport- en Improverenigingen van Nederland, ik snap dat jullie vast zitten aan je naam en dat je die niet graag wil veranderen. Maar mag ik dan toch in ieder geval de gelegenheidsgroepen, nieuwe samenstellingen en frisse nieuwe verenigingen die in de loop van de tijd ontstaan, vriendelijk vragen om eens een naam te kiezen die wat meer past bij de ambitie en stijl van de groep? Zo verlaten we langzamerhand de jaren ’80 en ontststijgen we het schuifdeuren-niveau tegelijk. Ik weet niet wat de rest van de Nederlandse bevolking hier van vindt, maar ik stem in ieder geval vast voor.