Afgelopen NTT heb ik genoten van verschillende stijlen van improvisatie. Of het nu de militaire precisie van de Firma, de comic style van de Rainbow Warriors of de gewaagde impro van de Fluffy Suicide Bunnies was: ik zat op het puntje van mijn stoel. Nu alle rook is opgetrokken, merk ik dat er bij mij iets blijft knagen: de rolinvulling door de rechters. Deze is aan het veranderen en komt naar mijn idee meer en meer van de oorspronkelijke functie af te staan. Dit vind ik geen goede ontwikkeling.
In een op zichzelf staande theatersportwedstrijd is het de functie van de rechter om de negativiiteit van het publiek te kanaliseren. De spelers zijn helden die risico’s nemen en de rechters oude zuurpruimen die altijd wat te mekkeren hebben. Ook hebben de rechters een theatraal element. Door gevatte opmerkingen, ludieke typetjes en ‘strijd’ met het publiek vormen zij een belangrijk onderdeel van de voorstelling. Het belang van de einduitslag van een op zichzelf staande wedstrijd is van minder belang dan de uitslag bij een toernooiwedstrijd. Geen poule die overleefd moet worden en geen eindoverwinning die behaald hoeft te worden.
Op toernooien is het de taak van de rechters om scènes te beoordelen volgens een stramien van vooraf gestelde regels. Begrijpelijk omdat het wenselijk is dat alle teams volgens dezelfde criteria beoordeeld worden. Ook wordt er gezorgd dat alle teams door zoveel mogelijk verschillende rechterteams beoordeeld worden. Beiden maatregelen om de subjectiviteit te minimaliseren.
Objectief & rationeel
De grote vraag is echter of ‘eerlijk’ rechteren wel bestaat. Is het mogelijk om de diverse improstijlen zoals hierboven beschreven objectief met elkaar te vergelijken? Is het mogelijk om de honderden variabelen die een scène wel of niet doen slagen te vangen in enkele beoordelingscriteria? Ik denk het niet.
Daarnaast hebben de pogingen tot eerlijkheidsmaximalisatie een nadelig bijeffect: rechters zitten steeds meer in hun hoofd. Dat heb ik zelf ervaren toen ik rechterde op het NTT2014 en dit jaar opgemerkt bij wedstrijden waarbij ik in het publiek zat. Rechters verantwoorden hun punten rationeel en hebben ook nog eens de taak om feedback te geven op basis van de vastgestelde criteria. Het gevolg hiervan is dat rechters buiten de wedstrijd komen te staan, vlakker worden en dat het één en ander eerder gekunsteld over komt.
Uit het hoofd
Theatersport is geen turnen. Een waterdicht beoordelingssysteem bestaat niet en, sterker nog, pogingen daartoe beperken de invulling die een rechter aan zijn rol kan geven. Mijn oproep is dan ook om rechters weer uit hun hoofd te halen. Minder papier en meer hart. Meer spel en minder regels. Maak rechters weer meer vertegenwoordiger van het gevoel en de energie in de zaal, laat ze feedback geven op eigen initiatief en ontsla ze vooral van de verantwoordelijkheid om het ‘goede’ punt te geven.
Het mooiste punt van het toernooi werd in mijn ogen gegeven door de rechter die moest bepalen of de Firma danwel een Een Ander Team naar de finale ging. De wedstrijd was geëindigd in een gelijkspel en elke rechter gaf op zijn onderdeel nog 1 punt aan één van beide teams. De laatste rechter stond op en zei ‘dit is het meest subjectieve punt dat ik ooit heb gegeven’. En zo is het!
P.S. Misschien een schone taak voor de organisatie van het NTT om zich hierover te buigen (en ik wil gerust meedenken)?
Meedenken wordt erg op prijs gesteld! De NTT organisatie bereidt de rechters voor middels een handleiding en een workshop. Dit is beiden om te helpen en zeker niet om een keurslijf aan te meten. Naar mijn idee wordt al jaren geprobeerd ook de subjectiviteit van het rechteren ruimte te geven, maar als je hier mooie ideeën over hebt hoe het beter kan, laat het weten!