Aaahh, longform en shortform. Eindeloze discussies zijn er al over gevoerd. Iedereen heeft zijn eigen definitie en er zijn evenveel meningen over als er mensen zijn. Wat mij betreft mag die hele tweedeling geschrapt worden.
Het onderscheid lijkt zo duidelijk: longform is lang en shortform is kort. Toch hebben sommige longformshows enkel korte, blitse scènes (zie een mooi voorbeeld op youtube) en er zijn ook shortformopdrachten die 20 minuten tijd innemen (lees dit maar eens bijvoorbeeld). Het lijkt me dus alleszins duidelijk dat het verschil tussen shortform en longform met de lengte van scènes niets te maken heeft.
Een ander criterium dan: van shortform wordt wel eens het gezegd dat het gaat om véél (of vaak) publiekssuggesties, fun, uitdaging en grappen. Longform daarentegen heeft meer een imago van langer te zijn, overkoepelend, geduldig en met humor die voortkomt uit relaties en personages. Ook dit onderscheid vind ik moeilijk te verdedigen. De Legendariërs als eens de longform `Quiz van je Leven’ zien spelen? Daarin vraagt een presentator voor elke scène opnieuw een publiekssuggestie. Anderzijds worden de meeste theatersportscènes (“shortform”) van bijvoorbeeld Man met Snor, Een Ander Team of De Jonge Woudlopers bewust erg open gehouden met ruimte om de game zelf te ontdekken. Dus ook dit gaat niet echt op.
Een kenmerk dat al iets dichter op doel mikt is dat bij de zogenaamde shortform voor elke scène de suggestie van buitenaf komt (het publiek meestal) en bij longform de suggestie uit wat er al gespeeld is komt. Maar er zijn ook longforms die `geregisseerd’ worden (Improweerwolven om maar wat te noemen). En ik herinner me ook een wedstrijd op het NTT van 2014 waarin de twee teams besloten om elke scène te laten voortbouwen op de vorige.
Het onderscheid is dus best vaag omdat er zo’n grote variatie aan shows bestaat binnen deze twee benamingen. Ik vergelijk het graag met Vlaams en Nederlands. Er zijn zoveel dialecten Vlaams die zo verschillend zijn en hetzelfde geldt voor Nederlands. En in de grensstreken loopt het wel es wat in elkaar over. Maar toch… Kunnen we toch niet om een of andere reden van elk dialect onmiddellijk zeggen of het Vlaams of Nederlands is? Gaan we in dit artikel toch zondigen tegen de wet van Betteridge die zegt dat elke titel die eindigt met een vraagteken beantwoord kan worden met het woord “neen”?
Andere categorisatie
Zelf pleit ik voor een andere categorisatie van improvisatievormen, en wel de volgende:
– narratieve vormen, zoals open theatersportscènes, Improweerwolven en de Naked Stage
– associatieve vormen, zoals de Harold, Mooie Dingen en Armando
– zuivere games, zoals het alfabetspel, drie in de pan en de doventolk
Hiermee volg ik min of meer de grote improstrekkingen: het moderne narratieve impro vindt zijn oorsprong bij Keith Johnstone, Del Close pionierde de associatieve vormen en zuivere games link ik het meest met het impromatch-concept van Leduc en Gravel. Het kan me verder weinig schelen of deze vormen `long’ of `short’ gespeeld worden, of er veel suggesties aan te pas komen, of dat er nieuwe input van buitenaf komt of niet.
Ik ben benieuwd naar hoe jullie hierover denken!
—
Bart Van Loon werd in 2005 gebeten voor het improvisatievirus op het internationale improfestival te Leuven. Sindsdien laat het hem niet meer los en bracht impro hem als docent of speler naar plaatsen als Nederland, Zuid-Afrika, Pakistan en Syrië.
Nieuwsgierig naar wat je vroeger longform improvisatie had kunnen noemen? Komend weekend zijn er een hoop voorstellingen te zien op het improfestival FLUIM in Utrecht.
Zelf vind ik dat shortform wel degelijk kortere scenes zijn en longform langere. Dat is toch precies waar de benaming op slaat? Maar misschien is dat dan ook het enige waar de naam aan refereert. Shortform is kort en kunnen theatersportgames zijn, vrije scènes, serieuze, grappige, narratieve of associatieve scenes. Longform is een langere scene of opeenvolging van scenes die ook in verschillende vormen gegoten kan worden, de ene vorm vrijer dan de andere. Dat is wat mij betreft de definitie. Anders moeten we de namen maar eens veranderen, want die slaan anders nergens op. Een scène van 5 minuten zou ik nooit longform noemen en een aaneensluitend verhaal van 30 minuten zou ik nooit shortform noemen, ongeacht het format. Maar bij welke lengte ligt dan de grens?
Verder vind ik de verdeling narratief, associatief en zuivere games wel goed.
Ik trainde gisteren nog shortform met mijn groep. We hadden het even over de game “Detective” en hebben het er ook even over gehad dat we die game ook eens als longform uit kunnen proberen.
Hey Tamara, merci voor uw reactie.
Wat denkt ge van een Harold?
Die duurt in zijn klassieke vorm 45+ minuten, maar vormt geen aaneensluitend verhaal. Verder wordt er niks over de lengte van de scènes vastgelegd.
Helemaal akkoord Bart. Weinig zinvolle indeling. Spijtig verschijnsel is ook dat men vaak lijkt te denken dat longform van een hoger kwalitatief niveau is dan shortform.
De indeling die ik tegenwoordig hanteer: een voorstelling bestaat sowieso uit verschillende scènes. Hoe hangen die scènes samen?
– Niet
– Eerder lineair
– Eerder collagematig
In alledrie de vormen kan je scènes en voorstellingen ook nog uitzetten op een spectrum van concreet naar abstract.
Ik weet niet goed of narratief en associatief tegenover elkaar staan?
Voor mij zit het verschil in de boog die je kan maken. Hoe lang de scènes uiteindelijk ook daadwerkelijk duren: in een shortform zoek ik meteen naar het wie-wat-waar. Waar gaat de scène heen? Hoe wordt het conflict opgelost? Kortom: Hoe krijg je in een paar minuten een mooi afgerond geheel op de planken.
Bij een longform mag veel meer ruis zitten. De tijd om je personage(s) uit te diepen. Een keer een scène te spelen die op dat moment (nog) niets met het verhaal te maken heeft, maar voortkomt uit een rare associatie of een suggestie uit het publiek die niet bij de rest past. Des te mooier als die scène later terug komt. Zo niet: ook geen man overboord.
Die vrijheid van spelen is wat voor mij de longform onderscheidt van de directere shortform.
Wat denk je dan van de stelling: shortform games zijn manieren om long form scènes beter te kunnen laten verlopen.
Loopt de scène niet? Doe eens een andere emotie, laat eens zien wat je echt voelt, hou een onderonsje met het publiek etc etc