‘Improland’ was een term die ik vaak hoorde in mijn eerste maanden bij Placebo. Het leek me wat overdreven, een ‘land’. Want hoeveel mensen konden dat nou zijn, die het net als ik leuk vinden om scènes ter plekke te bedenken? Daar bleek ik me een beetje in te vergissen…
Ik deed in de zomer van 2015 auditie bij die leuke groene groep uit Amsterdam en er ging een wereld voor me open. Ik dacht dat ik na een cursus “Theatersport I” de meeste games wel kende. Tot ik op de database van Pro Deo stuitte. Ik heb in de eerste maanden regelmatig uitwedstrijden gehad waarbij de teamcaptain van Placebo een game aankondigde die ik niet kende. Gelukkig kreeg het publiek altijd wat uitleg over de games, zo wist ik ook wat er te doen stond.
NTT
De meeste mensen in improland lopen er al jaren rond. Bepaalde namen behoeven zelfs geen achternaam meer om te weten wie bedoeld wordt. Dat was soms best lastig als nieuweling. Op het NTT dit jaar bijvoorbeeld. Als er door een team werd gesproken over een bepaald persoon en ik subtiel probeerde aan te stippen dat ik geen idee had wie dat was, kreeg ik geshockeerde blikken naar mijn hoofd geslingerd. Om nog maar te zwijgen over de naam ‘Een Ander Team’, die lange tijd voor verwarring zorgde. En dan het onderscheid tussen gelegenheidteams en echte verenigingen, die je dan allemaal probeert te onthouden inclusief plaatsnaam en leden. En de pianisten die iedereen kent en roemt, maar van wie ik het bestaan niet wist. Het is soms moeilijk in te zien dat voor een buitenstaander een ‘wup’ best een raar woord is en dat het vrij onnatuurlijk voelt om ‘boeh’ te roepen naar rechters. Maar gelukkig leerde ik al snel – zoals dat hoort bij impro – om dit maar gewoon te accepteren en erin mee te gaan.
Alle leeftijden
Wat ik vooral zo bijzonder vind aan de groep ‘Theatersporters’ of impro-mensen in het algemeen, is de grote acceptatie. Ik voelde me op evenementen – ook als broekie – meteen thuis en opgenomen in de groep. Zoals Placebo sinds dit jaar als leus hanteert: ‘Mongool, je mag er zijn’. Ik was met mijn 19 jaar de jongste en was bang dat ik misschien wat moeilijk aansluiting zou vinden (ik kon immers niets vertellen over gespeelde wedstrijden of uitpuilende luiers zoals sommige andere placeboleden). Maar eenmaal op teambuildingsweekend leerde ik dat theater spelen ook echt spelen is. En daar is geen leeftijd aan verbonden. Ik heb dat weekend heerlijk verstoppertje gespeeld, gestempeld, gekleid en goede gesprekken gevoerd in de knuffelhoek. Met alle Placebo-leden. Van alle leeftijden.
Nu, zo’n 10 maanden later, weet ik: er is zeker een improland. Een hele divers, kleurrijk, liefdevol, misschien wat raar, maar accepterend land. Ach, wat zeg ik, het is meer dan een land: er is een improwereld.
Een hele wereld, inderdaad! Als ge nog es alles op z’n kop wilt gezet krijgen, kom dan eens mee naar een internationaal festival in Europa en later, wie weet, op een ander continent.
Groetjes uit Dubai! 🙂