The Beatles staan niet echt bekend als een groep die nou heel veel improviseerde. Toch denk ik dat uit hun muziek en carrière lessen te trekken zijn voor improvisatoren. Of misschien projecteer de dingen die ik vind gewoon op deze band waar ik toch al een zekere fascinatie voor heb. Kan ook. Hoe dan ook: ik vond het tijd voor een blog met tien improvisatie-lessen van The Beatles.
Hoewel The Beatles van behoorlijk ver voor mijn tijd zijn, weet ik er toch redelijk wat van. Geldt dat niet voor jou, check dan dit filmpje voor je verder leest:
1. Meters maken
Talent genoeg, dat zal niemand ontkennen. Maar The Beatles waren in het begin weinig bijzonders. Tot ze in 1960 naar Hamburg gingen. Wat ze daar deden? Spelen. Heel veel spelen. Uren achter elkaar optreden, onder moeilijke omstandigheden. Toen ze terugkwamen, hadden ze wél een streepje voor op vergelijkbare bands. Wat beginnende impro-spelers en -groepen daarvan kunnen leren is: zorg dat je meters maakt. Ongeacht waar het is, grijp elke kans om te spelen.
2. Heb oog voor presentatie
Eenmaal terug uit Hamburg, droegen The Beatles net als de meeste bandjes jeans en leren jasjes. Het was hun manager Brian Epstein die ze ervan overtuigde om netje jasjes en een stropdas aan te trekken. Onderscheidend en meteen een stuk toegankelijker voor het grote publiek en de grote bazen in de entertainment-industrie. De les die je daaruit kunt trekken is niet dat je je per se moet conformeren, maar wel dat presentatie ertoe doet.
3. Leer van je voorgangers
Hoe invloedrijk The Beatles ook zijn in de popmuziek, ze hebben het niet allemaal zelf bedacht. Bij lange na niet. Chuck Berry, Bob Dylan, zelfs Frank Sinatra: je hoort hun invloeden allemaal terug. Ook in improvisatie hoef je niet alles zelf uit te vinden, er is al heel erg veel. Het is alleen zaak daar je eigen draai aan te geven.
4. Blijf je ontwikkelen
In een paar jaar tijd van I Wanna Hold Your Hand naar I Am The Walrus. Het is een ongelooflijke ontwikkeling die The Beatles door hebben gemaakt. En waardoor ze een blijvende plek in de muziekgeschiedenis hebben veroverd. De les is dan ook: blijf jezelf uitdagen. Als je iets heel goed kunt maar het zelf niet meer zo interessant vindt, doe dan weer wat anders.
5. Vind de juiste mentor
‘George Martin was vrij experimenteel voor wie hij was, een volwassene.’ Dat zei Paul McCartney over Beatles-producer George Martin. De groep jonge honden bleek in perfecte handen bij de wat oudere producer. Dat wens ik impro-groepen ook toe, een soort van mentor die zijn ervaring en kunde in dienst stelt van het talent van de groep.
6. Sta open (ja, nee, maar dan dus echt)
Je hebt een gitarist. Prima muzikant, aardige songschrijver maar hij valt toch een beetje in het niet bij de twee megatalenten in de groep. Op een dag raakt hij in de ban van Indiase muziek en stelt hij voor om sitar te spelen op wat liedjes. ‘Prima plan, ga maar lekker doen’, zeiden de andere Beatles tegen George Harrison. Hoewel niet iedereen er liefhebber van is, geven de Indiase tintjes hun muziek wel degelijk een extra interessant element. Open staan voor ideeën van anderen (ook de net iets mindere goden) en onverwachte invloeden, het is een voor de hand liggende les. Maar wel één waar velen van ons constant aan herinnerd moeten worden (ik wel tenminste).
7. Gun elkaar wat
Achter het drumstel zit iemand die een potjes kan drummen, maar verder niet zoveel bijdraagt. Hij kan redelijk zingen en komt een heel enkele keer met een geinig deuntje (open voor staan, anders hadden we toch maar mooi zonder Octopus’s Garden gezeten) maar dat is het dan ook wel. Hoe tof is het dan als je op elk album speciaal voor hem een liedje schrijft! Het beste voorbeeld is With A Little Help From My Friends: op de laatste uithaal na een lied dat perfect gezongen kan worden voor een beperkte zanger als Ringo Starr. En een klassieker bovendien (vraag maar Joe Cocker. Of wacht, doe eigenlijk maar niet).
8. Experimenteer
Leuk, zo’n gitaarsolo. Maar wat nou als we hem achterstevoren afspelen? En zou het niet aardig zijn als we alles net wat sneller of langzamer afspelen? In de tijd dat The Beatles gestopt waren met optreden en al hun tijd in de studio konden spenderen stond bol van dit soort wilde plannen. En met succes. De experimenten leverden baanbrekende muziek op. Leermomentje: ga het experiment aan en gebruik wat werkt.
9. Gebruik je fouten
Al die studiotijd geeft natuurlijk de mogelijkheid om in de buurt van perfectie te komen. Dat deden The Beatles dan ook, ze namen sommige nummers eindeloos vaak op. Maar ze hadden ook oog voor de kracht van happy accidents. Kleine foutjes of spontane ingevingen konden nog steeds op de plaat belanden. De les: hoe goed je technisch gezien misschien ook bent, zorg ervoor dat je spel niet klinisch wordt. We willen mensen zien op het podium, geen robots. En in het verlengde daarvan: hou er plezier in.
10. Vergeet de basis niet
Dus je bent de belangrijkste groep allertijden geworden. Je vage experimenten blijken regelmatig geniaal te zijn. Fijn. Maar wat doe je dan? Waar kun je nog heen? Het antwoord: terug naar de basis. Vlak voordat The Beatles door onderlinge spanningen en ruzies uit elkaar vielen (ook een les: probeer dat te voorkomen) maakten ze nog één album waarin ze gewoon weer klinken als band. Met vrij traditionele liedjes, maar holy fuck, wat een goede liedjes. De laatste tip die we daaruit kunnen halen is dan ook: je kunt altijd teruggrijpen op je basis. Hoe ver je ook afdrijft en hoeveel je ook experimenteert: het is altijd leuk weer eens dat te doen wat je ooit zo tof vond aan improviseren.
[…] PS voor de ware liefhebber schreef ik voor improblog.nl al eens een stuk met 10 lessen van The Beatles die toepasbaar zijn op improvisatie-theater: http://improblog.sytsewilman.nl/10-improvisatie-lessen-the-beatles/ […]