Ik heb het zelf ervaren toen ik met improvisatietheater begon en zie het gebeuren als ik beginners les geef: spelers doorbreken langzaam de beperkingen die ze zichzelf opleggen. Helaas komen er vaak later, als ze meer gevorderde spelers zijn, andere beperkingen voor terug.
Durf niet te kunnen
Het één van de redenen waarom een eerste kennismaking met improvisatie en theatersport zo geweldig kan zijn: je leert stap voor stap je schroom van je af te gooien. Je durft dingen te doen waarvan je zelf niet dacht dat je ze kon. En soms kun je ze ook niet, maar dat hoeft ook niet altijd. Het feit dat je het durft en ervoor gaat, is vaak al genoeg. Of het nou voor een groep staan is, een grotesk typetje spelen of zingen (vooral dat). Spelers dagen zichzelf en elkaar uit, breken door grenzen en dat is geweldig om te ervaren en in de meeste gevallen ook om te zien.
Durf te kunnen
Helaas schiet dit proces van leren te durven nog wel eens door. In sommige improvisatiekringen lijkt het haast verboden om iets te doen wat je goed kunt. Ben je goed in zingen, een verhaal vertellen of een snelle rake grap verzinnen: doe het vooral niet, volgens die opvatting. Dit kan door hun omgeving komen, maar ook door de spelers zelf. Een soort zelfcensuur. Hebben ze bepaalde typetjes waar ze makkelijk inschiet en die prettig werken, dan proberen ze die opeens bewust te vermijden. Waarschijnlijk uit angst om een one trick pony te worden, dat ze alleen een kunstje staan te vertonen. Dan vergeet je alleen dat dit net zo goed een beperking is. En waren we niet juist zo blij met de vrijheid die het improviseren biedt?
Durf beide
Voor die eerste zelfbeperking – “oei dit kan ik niet dit durf ik niet” – is veel aandacht. Voor die tweede – “ojee ik doe iets wat ik goed kan mag dat wel” – veel minder. Ik vind dat jammer. Als je veel hebt gespeeld, wordt de kans groot dat je iets doet wat vergelijkbaar is met wat je eerder hebt gedaan. Nou en? Zo lang je jezelf er goed bij voelt en het fijn is voor je medespelers en het publiek is er niks mis mee. Kort samengevat: beperk jezelf niet tot de dingen die je tot in de perfectie beheerst, maar ook niet tot de dingen die je niet kunt. Durf beide.
Ben eigenlijk wel benieuwd naar die kringen. Lijkt me in Nederland toch wel mee te vallen
Ik merk het bij mezelf en hoor het andere spelers ook wel eens zeggen. En zo nu en dan lees je in een blog dingen als…
“Dan lees je iets over de spelers van een theatersportvereniging en de unique selling points komen je tegemoet. ‘Als Marieke gaat zingen…’, ‘Marcel is de jonge hond met briljante ideeën ‘, ‘Eva kan wel 10 verschillende typetjes spelen’ enzovoort.
Hartstikke fijn allemaal. Weet je waar je aan toe bent als je naar hun voorstelling gaat. Spelers doen waar ze goed in zijn, waar ze in kunnen schitteren. Een lachende zaal, complimenten na afloop. Wat wil je nog meer? De mens verlangt naar positieve gevoelens. Zo’n theatersportvoorstelling is gewoon een goede boost voor je ego. Je maakt lekker endorfinestofjes aan als het een goede avond is geweest. Hoef je niet meer te joggen de volgende dag.”
Ach leuk ik wordt als een groep gezien:) Zelf zie ik mijn tekst toch weer heel anders. Ik denk zelf niet hoort bij de groep zoals je in je tekst aan haalt. Dat je de dingen niet moet doen die je al goed kan.
Het hoeft ook niet uit de een groep te komen. Veelal komt het uit de spelers zelf. En dan niet omdat ze zelf zijn uitgekeken op wat ze doen, maar omdat ze bang zijn voor het oordeel van anderen.