Waar anderen tijdens de lockdowns een cursus Japans kantkleien deden, verdiepte ik me in een voor mij nieuw vakgebied: ‘embodiment’. Een term die in het Nederlands officieel belichaming betekent, maar concreter gaat over bewust contact maken met je lijf. Dat kan op allerlei manieren: yoga, dans, martial arts, ademwerk en ook meer therapeutische modaliteiten zoals Feldenkrais. Het liet me inzien hoe weinig we als impro-spelers met ons lijf bezig zijn. En hoe we dat kunnen veranderen.
Ik ging als vrijwilliger online Embodiment Circles faciliteren (waarbij mijn specialisatie natuurlijk de creatieve insteek was), werd als staflid ingehuurd voor de online Embodiment Conference, las boeken en volgde Heel Veel online workshops. Nou had ik al jaren ervaring met theater en dans en ben zelfs opgeleid als yin yoga docent, maar nu kwam er ook een bak theorie bij die mijn ervaring verrijkte.
En het viel me vooral op hoe weinig we in impro eigenlijk bezig zijn met het lichaam. We zéggen wel altijd dat het lijf je voornaamste instrument is en we doen een leuke fysieke warmup, maar vervolgens is er vaak weinig lichaamsbewustzijn en zit bijna elke speler in het hoofd. In het embodiment werk leerde ik waarom mensen geen contact met hun lijf hebben (stress, trauma, nooit geleerd), hoe je dat kan veranderen en wat dat oplevert.
Toen ik weer live les ging geven bekeek ik mijn spelers met nieuwe ogen. Ik zag veel scherper waar iemand bevroor, uit balans was, over gevoel en impuls heen walste, etc. Ik zag het in lijf en ook ogen, hoorde het in stem en adem. En toen ging ik er iets mee doen. Een aantal aspecten daarvan wil ik hier uitlichten.
Zenuwstelsel
De fight/flight/freeze reacties in het lijf, die ontstaan als een reactie op een stressvolle situatie (zoals voor de meeste mensen: voor een groep moeten improviseren), klinken je vast bekend in de oren.
De fight reactie kan mijns inziens bij impro’ers zichtbaar worden in de vorm van heel erg je best doen, in discussie gaan met de docent, boos worden op andere spelers die voor jouw gevoel je idee niet accepteerden of controlerend veel spelaanbod doen.
De flight reactie kunnen we vermoeden als iemand heel zacht praat, erg meegaand speelt en weinig initiatief neemt, in de coulissen blijft staan, etc.
Maar dan de freeze. Het bekendste freeze voorbeeld is het hert of konijn dat bevriest en met grote ogen naar de koplampen van de naderende auto kijkt. Hoe herkennen we dat in impro? Een black-out in je hoofd, een stagnerend lijf. In de Polyvagal Theory van Stephen Porges leer ik dat de fight en flight reacties overlevingsstrategieën zijn, en dat als die niet meer werken en de stress verder oploopt, je zenuwstelsel overweldigd raakt en in shutdown gaat. Oftewel: als je een impro’er in freeze ziet schieten is de stress echt te hoog opgelopen. Wat kunnen we hiertegen doen?
Binnenkring, buitenkring
Daarvoor moet ik even terug naar een 5rhythms dansimprovisatie workshop die ik deze zomer deed. In de vierdaagse live workshop leerden we herkennen wanneer ons lijf in een freeze belandde. Er waren twee cirkels, binnen en buiten. In principe danste je in de binnenkring. Maar als je voelde dat je blokkeerde dan verhuisde je naar de buitenkring, ging je vertragen en zo vloeiend (moeiteloos) mogelijk bewegen.
Deze oefening duurde twee uur en de eerste anderhalf daarvan stond ik tot mijn verbazing alleen maar in de buitenkring. Telkens als ik weer naar het midden wilde voelde ik de freeze opkomen. En die nam hele verschillende vormen aan. Gevoel van weerstand, chagrijn. Een lijf dat stroperig voelde en niet meer in beweging wilde komen. Me zorgen maken over welke pasjes ik zou moeten dansen i.p.v. dat gewoon laten ontstaan. En dan ging ik weer terug, naar de buitenkant, terug naar moeiteloosheid en vertraging. Naar daar waar het makkelijk ging. Normaal gesproken zou ik mezelf er doorheen hebben gepusht (fight). Nu koos ik een andere route. Ik vond het enorm ontroerend en zelfliefdevol.
Goh, wat doe ik dat weinig in mijn leven, daar zijn waar het makkelijk is. En hoe zou het impro-spelers helpen om dat meer te doen. Oftewel: ik wil impro-spelers ook leren om uit die freeze te blijven (en ook uit fight en flight, als we dan toch bezig zijn).
‘Trauma-informed’
Impro-docenten zijn geen therapeuten, dus we kunnen de oorzaak van de stress niet altijd wegnemen. Belemmerende overtuigingen over niet mogen falen kunnen we aanstippen maar niet aanpakken. Het helpt wel als je iets weet over stress en het lichaam. Over trauma leerde ik dat ieders zenuwstelsel anders reageert op stressvolle situaties. Je kunt mensen dus niet vergelijken. De een is gevoeliger voor stress dan de ander en zal dus eerder in een freeze schieten. Het betekent niet altijd dat er een heftig trauma onder zit. Ook leerde ik dat zelfs kleine dingen die vroeger gebeurd (of juist niet gebeurd) zijn het zenuwstelsel flink hebben kunnen beïnvloeden.
‘Trauma-informed’ werken houdt in dat je aan het lichaam kan zien wanneer iemand in een stressrespons schiet en dat je daar mee om weet te gaan. Als je een cursist vraagt een bepaalde opdracht te doen kun je bijvoorbeeld soms aan de verwijde pupillen zien dat die opdracht teveel stress geeft. Een cursist kan zéggen dat hij/zij de opdracht wel wil doen, maar jij leest in het lichaam iets anders. We hebben het in impro vaak over ‘uit je comfort zone’ gaan maar ik vraag me steeds meer af of we niet veel meer veiligheid moeten bieden. Niet in de vorm van meer afspraken of structuur, maar wel in het mensen meer regie geven over hoe ze met een geprikkeld zenuwstelsel om willen gaan. En dat begint bij bewustwording van hoe dat werkt. Om dat heel concreet te maken: een techniek om je zenuwstelsel te kalmeren heet centring.
Centring
In martial arts zoals aikido en kung fu is het belangrijk je centrum te voelen. De plek een paar vingers onder je navel die het midden van je lichaam is en die je helpt om o.m. stevig te staan en interactie aan te gaan met een ander. In een gastles door een aikido-docent bij een van mijn groepen bij TVA hadden mijn cursisten al eens geleerd dat dat een enorm effect heeft op je samenspel.
Maar de centring-technieken die ik in de embodiment wereld leerde gaan niet allemaal over dat ene punt onder je navel. Centring is daar een manier om jezelf (je zenuwstelsel) te reguleren. Dat kan downregulation of upregulation zijn. Als je gespannen bent heb je downregulation nodig, bijv. door je uitademing langer te maken dan je inademing. Als je te weinig energie hebt, wil je wat upregulation, bijvoorbeeld door drie keer achter elkaar snel veel lucht binnen te zuigen door je neus en weer kort uit te ademen door je mond.
Deze voorbeelden zijn centring-technieken met ademhaling. Maar ze zijn er ook met verbeeldingskracht (doe nu maar even: hoe zou je je voelen als je op een zonnige vakantie bestemming zou zijn? Merk je op dat er iets in je lijf/gevoel verandert?). Of met voorwerpen, je ogen, of met een stappenplan.
Zelf proberen in drie seconden
Vooruit: een mini-stappenplan om het in drie seconden zelf te proberen (credits Mark Walsh, Embodiment Unlimited):
- Voel je voeten op de grond
- Ontspan je kaak
- Ontspan je buik
- Zeg Aaaahh
Voel je je nu anders? Hoe zou het zijn als je dit voor een impro-scene deed?
Ik ben hier mee gaan experimenteren in impro-lessen. Ik gaf de spelers, die lange tijd niet live gespeeld hadden, de opdracht tot een solo voor de groep. Spannend! Ik liet een speler eerst checken bij zichzelf wat hij/zij nodig had en leerde daarna een korte centring techniek aan. Eerst gaf ik iedereen dezelfde downregulating techniek (zoals bovenstaand stappenplan), maar al snel ontdekte ik dat iedereen iets anders nodig heeft. Ik snapte al niet waarom de groep zo inkakte… 🙂
Meer dan mindfulness
In de embodiment-workshops en -boeken leerde ik dat dit een stap verder gaat dan mindfulness. Ik was in mijn impro-lessen al jaren bezig met mindfulness: opmerken wat de innerlijke criticus tegen je zegt, opmerken waar je lijf een impuls geeft, opmerken welke emotie er in je opkomt. Vervolgens leerde ik gevorderde cursisten dan ook om dat wat je opmerkt als spelmateriaal te gebruiken.
Maar nu gaat het over opmerken en kiezen of je dit wel wíl. Ja, ik kan heel mindful opmerken dat ik gespannen ben in of voor een scene, dit helemaal omarmen en accepteren als een volleerde spiri-guru, of het misschien zelfs als echte pro als spelmateriaal gebruiken, maar er is dus nóg een optie: het veranderen. Mezelf reguleren. Awareness plus Choice.
Embodied Principles
Als je je staat van zijn kan reguleren, dan kan je ook een staat van zijn oproepen die jij zelf misschien wel niet zo goed kent en die je toch wilt inzetten om een bepaald personage te spelen. En nu komen we bij een andere toepassing van embodiment in impro, niet gerelateerd aan stress. Ik ging experimenteren met houdingen uit Embodied Principles. Ook weer uit boeken en cursussen van Embodiment Unlimited, geheel niet gericht op impro, maar er wel naar te vertalen.
De houdingen gaan over allerlei kwaliteiten die een mens in min of meerdere mate ter beschikking heeft. Bijvoorbeeld een houding die ‘Ruimte Innemen’ uitdrukt, of ‘Nee zeggen’, of ‘Kwetsbaarheid’, etc. Twee vrouwelijke cursisten gaven me terug dat ze de Nee-houding thuis een paar seconden hadden aangenomen voordat ze een moeilijk telefoongesprek met hun ex hadden. Het hielp. Diezelfde Nee-houding had er in de les toe geleid dat scenes puntiger werden, zinnen korter en dus krachtiger (impro-ers gebruiken vaak zo onnodig veel tekst!). En dat boos ook echt boos was. Niet meer met een glimlach.
Teveel ideeën
Sinds ik weet dat ik vanaf september een lesprogramma mag maken rondom embodiment in impro stromen de ideeën. Wat als we eerst een Nieuw-Zeelandse Haka doen en daarna De Vloer Op scenes? Hoe is het Flowing ritme van 5rhythms vergelijkbaar met de niks-aan-de-hand opening van een scene? Kunnen we personages maken met het Laban bewegingsvocabulaire? En hoe kunnen we het lijf als ingang gebruiken om op meta niveau iets over jezelf als impro’er te ontdekken, bijvoorbeeld over het nemen en loslaten van verantwoordelijkheid in een scene.
Teveel ideeën leiden bij mij tot, je raadt het al, stress. Want ergens vertel ik mezelf dat ik pas een goed lesprogramma kan maken als ik alles weet wat er te leren valt over embodiment. Ik zie zelfs een freeze ontstaan, waarin mijn hoofd er gewoon even mee stopt. Ik moet weer even in de buitenkring gaan dansen. Dan komt alles vanzelf goed.
—
Vanaf september geef ik bij TVA in Amsterdam op donderdagen van 19:00-20:45 een gevorderdengroep ‘Impro Dojo’ waarin we veel met embodiment technieken gaan werken. Er is nog plek. Hier staat alle info.