Afgelopen weekend was ik te gast in Gent, om een hele middag een Vlaamse improvisatiegroep te trainen. Hoe dat ging is niet aan mij om te beoordelen, maar wat ik in ieder geval heel erg prettig werken vond, is dat ik vooraf een heldere opdracht meekreeg om aan te werken. Veel groepen doen dat niet en in zeker opzicht doen ze zichzelf daarmee te kort.
“Zie jij een mogelijkheid om een workshop te geven rond rust, traagheid en wisselen tussen versnellingen?” Dat was in de kern de vraag die ik kreeg toen ik werd benaderd de training te verzorgen. Aangevuld met wat nuttige achtergrondinformatie over de groep in kwestie: zoals hoe ervaren de spelers zijn en wat voor formats ze doorgaans spelen. Ik had er meteen zin in. Nog afgezien van het feit dat ik het een interessant thema vindt en best een kijkje in Gent wilde nemen, kwam dat ook doordat het zo lekker specifiek was allemaal.
Doe maar wat
Dat is vaak wel anders, veel groepen die me benaderen willen gewoon les en hebben niet echt een idee waarover dan precies: ‘doe maar wat’. Op zich houd ik wel van maar wat doen, meestal ga ik dan aan de slag met onderwerpen waar ik op dat moment mee bezig ben. Heb ik niet meteen een idee, dan probeer ik wat meer te weten te komen over de groep, waar ze staan en waar ze naartoe willen. Dan komen we meestal samen wel op een onderwerp om een lessenreeks omheen te bouwen. En anders probeer ik het al doende te bepalen.
Toch denk ik dat het goed is als groepen hier vooraf zelf wat meer aandacht aan besteden. Dat geeft naar mijn idee drie voordelen:
- Ten eerste daag je de docenten dan soms ook uit. Die willen misschien ook wel eens wat anders dan hun stokpaardjes berijden en een prikkelende leervraag kan ook weer inspiratie opleveren. Als impro-docent zie ik het als mijn taak om het beste uit een groep te halen, op deze manier kan een groep ook het beste uit een docent halen.
- Ten tweede kun je dan gerichter werken. Je bent minder tijd kwijt met algemene trainingen en oefeningen om erachter te komen met welk onderwerp je aan de slag gaat. Ik vind het als trainer prima dat te doen, maar ook hier geldt: je haalt als groep meer uit je docent als je hier vooraf al een idee over hebt. Dat idee geldt dan als startpunt, we kunnen natuurlijk altijd ergens anders uitkomen. Trouwens, het geeft je als groep ook de mogelijkheid om een docent te zoeken bij wat je als groep wilt, iedereen heeft zo zijn of haar specifieke kwaliteiten.
- Ten derde (en hier wees een bevriende collega me laatst op met wie ik het hier over had) moet je het er dan als groep ook over hebben. Wie er ook over de gaat – de hele groep, een commissie of een artistiek leider – ik denk dat het altijd goed is om af en toe even stil te staan bij de ontwikkeling van de groep en te bepalen welke kant je op wilt en waar je aan wilt werken. En gaat eigenlijk niemand erover, is het misschien het overwegen waard er eens iemand voor aan te wijzen. De uitkomst van hierover nadenken mag natuurlijk best ‘gewoon lekker spelen’ of ‘plezier maken’ zijn. Maar als je hier nooit over praat of nadenkt, zijn er misschien spelers die afhaken omdat ze zich niet meer echt ontwikkelen.
Aanknopingspunten
Hoe kun je er als groep achterkomen waar je behoefte aan hebt of aan wilt werken? Welnu, men neme een glas bier of kop muntthee en praat met elkander. Zo eenvoudig is het vaak, maar tot slot van deze blog nog een paar aanknopingspunten die daarbij kunnen helpen:
- Laat spelers allemaal los van elkaar op een briefje schrijven wat ze zelf zouden willen leren of ontwikkelen.
- Wat mis je na een voorstelling? Laat spelers en buitenstaanders daar eens na afloop van een show op reflecteren (ik heb eens een groep gehad die op toernooien veel punten voor techniek en amusement kreeg maar weinig voor inhoud, dus daar wilden ze aan werken. Ook dat kan dus inzicht bieden.
- Waar komen jullie vandaan? Zijn er niet een heleboel nieuwe spelers ingepast of is de groep juist al lang bij elkaar? Hebben jullie net heel intensief ergens aan gewerkt of was de afgelopen periode juist meer ontspannen spelen? Dat bespreken, leidt vaak al tot ideeën over de volgende stap (die ook een pas op de plaats kan zijn).
- Kijk in je agenda: welke shows komen eraan en wat willen jullie daarin doen? Wat hebben jullie daar dan voor nodig? En hoeveel tijd is daarvoor?
- Laat spelers elkaar feedback geven en kijk welke leerpunten daaruit volgen.
- Kijk goed rond: zie je een groep of show waarvan je denkt: wauw, dat wil ik ook! Dan kan dat een mooie stip op de horizon zijn. En nee, niet om dat dan precies na te gaan doen, maar wel om te kijken wat je er nou precies zo tof aan vindt en hoe je dat op je eigen manier kunt brengen.
[…] Nieuwe blog geschreven over hoe theatergroepen meer kunnen halen uit hun improvisatie-trainer: http://improblog.sytsewilman.nl/haal-meer-docent/ […]