Afgelopen theaterseizoen toerde ik door het land met fysieke cabaretgroep De Blonde Jongens en Tim. Dat zo veel sketches door middel van improvisatie tot stand kwamen en er ook tijdens de uitvoeringen zo lustig op los geïmproviseerd zou worden, had ik nooit gedacht.
De vonk sloeg over tijdens de Horizontoer, een festival waarbij alle artiesten op authentieke zeilschepen langs de vier grootste waddeneilanden van Nederland varen en op de gekste plekken aanmeren voor optredens en voorstellingen. De Blonde Jongens en Tim (kortweg DEBJET) en mijn De Mirakelse TV-tunes Coverband deelden een week lang de kajuit en het klikte meteen. Toen we op een avond ook nog eens in hetzelfde tijdslot stonden ingedeeld en elkaars publiek niet wilden wegsnoepen, sloegen we de creatieve handen die middag nog ineen en kreeg ons gezamenlijke publiek een bizarre cross-over voorgeschoteld van fysieke stunts op sesamstraatliedjes en live muzikale begeleiding van billenkoek-acts. De hybride show werd de ‘talk of the town’. Saillant detail: DEBJET’s muzikant Jelle en ik waren allebei niet eens aanwezig op dit festival.
Beginsels van grapjes
Toen Jelle tijdens de voorbereidingen van de nieuwe, avondvullende voorstelling te kennen gaf dat hij afscheid wilde nemen van de theaterwereld, wendde DEBJET zich voor de muzikale omlijsting weer tot ons. De samenwerking in de zomer smaakte naar meer, en al snel zaten we met zijn allen in een oefenruimte. Met beginsels van grapjes en jammen ontstonden die dag al de eerste ideeën die het hebben gehaald tot de uiteindelijke voorstelling. Een ellenlang welkomstwoord. Een chaotische Willem Ruis-eske spelshow met ‘vrijwilligers’ uit het publiek die onmogelijk te winnen is. Een impro-scène met een groentje dat de ene na de andere blokkade opwerpt.
Creatief proces
Tijdens het plannen van het seizoen werd echter snel duidelijk dat het agenda-, budget- en zaaltechnisch helaas niet haalbaar was om alle voorstellingen met voltallige band te begeleiden. Daarom kwam, op de grotere venues na, alle muziek uit mijn keyboardje. Al vanaf de repetities was het genieten geblazen. Aan de ene kant was het een nieuwe ervaring voor me om betrokken te zijn bij het schrijf- en perfectioneringsproces van een cabaretvoorstelling. Aan de andere kant werd ik verrast door de hoeveelheid mij bekende improvisatie die bij dat proces kwam kijken. Tekstuele en fysieke grappen die spontaan ontstonden, werden meteen vastgelegd (‘Wát zei je nou?’ ‘Ow, doe die blik nog eens!’) en tot het absurde uitvergroot. Er werd continu ge-ja-en’d: ‘Ooow ja en dan moeten we er bij de spelshow ook even letterlijk uit gaan voor de reclame!’ ‘Ooow ja en dan doen we erna trefbal, omdat het kan!’ ‘Ooow ja en dan moet je roepen dat de helft van de zaal hun shirt moet uitdoen!’ ‘Ooow ja en dan snapt Tim het weer niet en gooit vol op Ruuds porem!’ Mijn ervaring met impro kwam dan ook goed van pas. Ik kon het creatieve proces voeden en soms zelfs aanzwengelen door het spelen van de juiste akkoordencombinatie of het inzetten van de passende muziekstijl.
Alles uit de impro-kast
En zelfs na de try-outs werd er nog vrolijk op los geëxperimenteerd. Bij de sketch waarin we doen alsof we iemand in het publiek de (niet-bestaande!) rode draad zien kwijtraken, kreeg Ruud tijdens een voorstelling opeens de ingeving dat ik ook het niveau van mijn pianospel wat moest verlagen om die persoon weer aan boord te krijgen. Of we kwamen erachter dat hoe langer we deden over het kiezen van een vrijwilliger, hoe harder het publiek moest lachen. Samen met de fysieke kolder en onderlinge, verbale een-tweetjes daagden die momenten mij – meer nog dan bij de gemiddelde theatersportwedstrijd – uit om alles uit de impro-kast te halen. En dat was misschien wel een nog grotere verrassing dan het moment waarop de blonde jongens mij het kostuum presenteerden waarin ik mij 38 voorstellingen mocht hijsen…
—
De gehele voorstelling en fragmenten daarvan kun je nu terugkijken op Youtube!