‘Laat elkaar schitteren’, kent u die uitdrukking? Vast wel. Vooral als je rond of na het jaar 2000 met Theatersport begonnen bent is het je waarschijnlijk ingeprent. Toen ik in 1990 begon met Theatersport bestond deze mantra nog helemaal niet. En terecht.
Er waren begin jaren negentig maar een paar theatersportverenigingen en we kwamen elkaar zeer regelmatig tegen. Maar geen van de spelers had het over ‘de ander laten stralen’. Totdat rond de eeuwwisseling deze uitdrukking in zwang kwam. Wie het geïntroduceerd heeft weet ik niet, het is helemaal aan me voorbij gegaan. Misschien zat ik dat moment net op de wc terwijl een impro-speler deze term terloops introduceerde na zijn vijfde borrel en is het toen gaan rondzingen binnen impro-land. Plotseling zag ik het op allerlei improvisatiesites de kreet voorbij komen. Dan lees je iets over de spelers van een theatersportvereniging en de unique selling points komen je tegemoet. ‘Als Marieke gaat zingen…’, ‘Marcel is de jonge hond met briljante ideeën ‘, ‘Eva kan wel 10 verschillende typetjes spelen’ enzovoort.
Hartstikke fijn allemaal. Weet je waar je aan toe bent als je naar hun voorstelling gaat. Spelers doen waar ze goed in zijn, waar ze in kunnen schitteren. Een lachende zaal, complimenten na afloop. Wat wil je nog meer? De mens verlangt naar positieve gevoelens. Zo’n theatersportvoorstelling is gewoon een goede boost voor je ego. Je maakt lekker endorfinestofjes aan als het een goede avond is geweest. Hoef je niet meer te joggen de volgende dag. Je hebt een feestje gebouwd. Jij tevreden en het publiek tevreden.
Stoppen
Zelf heb ik ook jaren op deze rush geleefd tot het me tegen begon te staan. Wist precies met welke games we het publiek konden laten bulderen. Maar na een tijdje was de magie over. Ik begon me te ergeren aan het publiek. Jullie lachen wel erg makkelijk, dacht ik vaak. Het lijkt wel of het publiek en de spelers elkaar in de houdgreep hebben. Toen een toeschouwer in de pauze vroeg of ik weer die ene game ging doen want die vond hij altijd zo leuk was mijn grens bereikt: tijd om met theatersport te stoppen.
Weg creativiteit
En wat heb je geleerd, Old Grumpy Man? Wat is je weerstand tegen de zin ‘Laat je medespeler schitteren’? Alles! Omdat deze overtuiging jouw creativiteit de nek omdraait. Als je uitgangspunt is een voorstelling te maken waar je elkaar in laat schitteren, dan maak je het jezelf nogal moeilijk. Alsof schittering een continue gegeven is waarin je kan vertoeven! Alsof een theatersportvoorstelling continu piekmomenten heeft. Niet erg realistisch. Impro is steeds een zoektocht met zijn ups en downs. Dat maakt het waarachtig.
Impro is als het echte leven. Soms zit je in een flow en vind je elkaar blindelings als spelers en eet het publiek uit je hand. Een andere keer gaat het stroef, je begrijpt elkaar niet en kunt het publiek moeilijk bereiken. Geniet als je in de flow zit en wees manmoedig als je in een faalmoment zit. Het is geen lekker gevoel, maar je reputatie hangt er niet van af. Als het een keer niet gaat, betekent dat niet dat je een slechte impro-speler bent maar dat je op dat moment teveel in je hoofd zit. Dat je niet openstaat voor het spelaanbod van je medespelers. Dat is natuurlijk nogal lastig als je wilt schitteren.
Artistiek proces
Als je uitgangspunt is dat je wilt schitteren en je medespelers wilt laten schitteren, dan zal je de neiging hebben om dingen te doen die je vertrouwd zijn. Daardoor ga je op routine draaien en niet meer onontgonnen paden betreden. Kies je voor goedkeuring van het publiek of kies je voor je eigen artistieke proces? Ik hoorde niet zo lang geleden dat twee spelers een scene speelden waarin ze zakken chips aten. Plots stopte een van de spelers omdat hij besefte dat ze deze scene al eerder hadden gespeeld. Hulde, ze kozen voor hun artistieke proces. Met het gevaar dat de scene misschien minder zou gaan lopen.
Schitteren is geen doel van impro maar een neveneffect van het spel tussen de spelers, die onvoorbereid de scene binnen stappen en waarachtig verrast worden door wat ze gespeeld hebben. Theatersport-grondlegger Keith Johnstone zegt ook: ‘wees geïnteresseerd in elkaars spelaanbod’. Dus wees als twee ontdekkingsreizigers die alles voor het eerst mee maken. Daarom vind ik het net beginnende spelers zo leuk om naar te kijken. Omdat ze oprecht verrast zijn door wat ze gecreëerd hebben.
Vuur aan de schenen
Wat ik leerde toen ik begon met theatersport was om het je medespeler het lastig te maken, het vuur aan de schenen te leggen. Als daad van vriendschap. Waarom, je moet elkaar toch een fijne tijd gunnen op het podium? Je stelt je medespeler in staat om psychisch in actie te komen, om zo zijn eigen waarheid te vinden. Zijn eigen innerlijk gaat exploreren en tot expressie kan brengen. Waardoor hij of zij kan gaan schitteren.
Een clownsdocent zei ooit: ‘Zie je medespeler als geniaal’. Dat vind ik wel een mooi uitgangspunt. Omdat er dan een soort onvoorwaardelijk vertrouwen is in elkaar. Elke spelimpuls die dom lijkt of een blokkade vormt, wordt dankbaar aanvaard omdat het nieuwe mogelijkheden geeft. Alles is mogelijk als je vanuit dit punt start. Je kan niks fout doen. Dus ik stel voor om elkaar voor de voorstelling in de ogen te kijken en te zeggen: ‘je bent geniaal’. Veel makkelijker dan een halfslachtige poging om een staat van continue schittering te forceren bij je medespeler.
Ik kan je een heel eind volgen Arthur, maar ik loop uiteindelijk vast doordat je twee zaken aan elkaar knoopt die volgens mij niet per sé twee kanten van dezelfde medaille zijn. Je definieert ‘laat de ander (of jezelf) schitteren’ als lui spelen op waar je sterk in bent (die ene succesvolle scene keer op keer spelen). De ander laten schitteren is niet hetzelfde als ‘laat de ander doen waar hij enorm goed in is’. Het betekent volgens mij ‘ondersteun het spel van de ander’ of ‘vergroot het contrast’ of desnoods ‘gun de ander de focus’. Ik ben benieuwd waar deze, in mijn optiek, verschillende zaken voor jou 1 zijn geworden.
Groet,
Thomas
Mijn interpretatie van de leus was altijd dat het voornaamste doel was om spelers ook aan te leren dienend en ondersteunend te spelen.
In plaats van “laat de ander altijd zijn favoriete spelvorm doen waarin hij/zij zo goed is”, meer “versterk het ingezette spelaanbod als een tierelier, zodat die speler verder meegezogen wordt dan hij/zij had kunnen bedenken”.
Nevendoelletje, veel spelers willen van nature niet ‘verliezen’. Of dat nou is met een potje (zwaard)vechten, een discussie, of de verovering van een gemeenschappelijke vlam. De leus in het achterhoofd houdende kan dan helpen om te realiseren dat je als karakter kan verliezen, maar als speler wint.
Wat ik me afvraag: Wat maakt een improvoorstelling aantrekkelijk voor publiek als het interne proces van een speler voorop staat? Of doet het publiek er echt helemaal niet toe in jouw visie?
Hey Erik,
gaat het bij impro dan niet precies om het proces? dat is een unieke propositie die elke impro met zich meebrengt (in muziek, in theater, in comedy, …) en staat in contrast met de kunstvormen waar het gaat om het resultaat (schilderkunst, scripttheater, popmuziek, …).
is het u ook al opgevallen dat in de pauze en na een improvoorstelling het publiek het altijd over de voorstelling heeft, terwijl bij regular theater over koetjes en kalfjes gezeverd wordt. 🙂
is het u ook al opgevallen dat veel improgroepen het niet kunnen laten om elke voorstelling te beginnen met een korte uitleg van `wat ze gaan doen’? (wie heeft er al impro gezien? de spelers weten niet wat er gaan gebeuren! wij hebben u nodig! etc…).
kortom, het is – volgens mij – precies het interne proces bij de spelers (en bij de groep als geheel) dat een improvoorstelling interessant maakt voor het publiek.
standup comedy is grappiger en scripttheater gaat dieper, maar enkel als ge naar het resultaat kijkt. impro verdient zijn plaats net door het proces naar voor te schuiven.
Bart, prachtige analyse! Ik hang hem in een lijstje ergens in mijn geheugen!
Eens met Thomas sn Kevin. Het is niet “laat de ander alleen doen waarvan je weet dat ie er in kan schitteren” en ook niet “zorg dat er alleen maar schitterende meer-van-hetzelfde scènes staan”.
Ik herken wel dat sommige spelers basisprincipes wel eens de verkeerde kant op interpreteren. Wellicht is dat wat je bedoelt? Ik wil namelijk net als jij spannend en uitdagend spel. Daarom kan de leus “laat de ander schitteren” ook niet zonder “neem risico” en “wees in het hier-en-nu”. Voor mij vormt de basisattitude “laat de ander schitteren” nu juist grond om samen te werken, om elkaar uit te dagen en te ondersteunen en je niet door ego’s te laten leiden. Als je je door ego laat leiden, sta je niet open en kies je voor veilig, terwijl er zoveel inspiratie in de ander ligt!
Hallo Athur,
Ik ben ooit aan een theatersportcursus begonnen, dit is denk ik tien jaar geleden.
Hierin werd meteen behandeld waar jij het over hebt.
Je hoeft niet origineel te zijn, maar zorg er wel voor dat het voor jou en de andere speler nieuw is!
Terug vallen op oude successen is denk ik op den duur pijnlijk en niet uitdagend meer, zoals je al zei in je verhaal.
Mijn bescheiden mening is is dat er teveel th.sp.verenigingen in Nl zijn die veel op de lach spelen en dat vind ik zonde.
Een ander laten stralen heeft in mijn ogen veel meer te maken met: Spelen naar die ander toe, zodat hij/zij jou ook weer wat kan geven. Het spel kan dan negatief of positief zijn, maar laat de andere speler dingen geven waar jij ook weer wat aan hebt.
Door sfeer in een bepaalde vereniging ben ik gestopt met spelen, maar had afgelopen jaar een de vloer op oefening en ik merkte dat het heel prettig is wanneer iemand jou veel geeft, zodat je die ander ook weer veel kan geven!
mooi geschreven !!
Hallo allemaal.
Dank jullie wel voor de reacties. Ik merk aan de opmerkingen dat er wat weerstand ontstaat bij sommige mensen. Het is een paradoxale boodschap die ik geef en het niet zo in een keer te snappen met je intellect. Probeer de tekst langzaam te lezen en laat het na resoneren. Na heel veel theatersportwedstrijden gespeeld te hebben en ook vele honderden wedstrijden gezien te hebben kwam ik tot wat inzichten. En het zijn mijn inzichten, mijn werkelijkheid. Zie het niet als de volgende impro regel. Ik wil het alleen met je delen van mens tot mens. Waar ik als impro speler tegen aanliep en daarom besloot te stoppen met impro.
Misschien denk je wel als je dit leest: Onzin, dikke doei. Ook goed. Dan ga je eigen weg en doe je impro zoals jij dat lekker vindt. Vooral lekker doen. Of je denkt: “ik ben benieuwd, kom maar op”
Waarschijnlijk heeft iedereen wel de ultieme spel ervaring mee gemaakt. Dat het ging als een tierelier. Je voelde je een met je medespelers. Of je elkaars gedachten kon lezen. Het publiek euforisch, schatter lachend. Ontroerd. Totaal vrij, totaal in het hier en nu!!! Je denken is uitgeschakeld. Probeer dat gevoel weer eens op te pakken………………..beeld het je in…………. Lekker toch. Zo zou het altijd moeten zijn. Iedereen aan theatersport en er zal wereldvrede zijn En ja Erik. Het publiek is heel belangrijk. Want ze geven je energie. en je geeft daardoor weer energie terug. Het is een kinetisch spel tussen de spelers en het publiek. Onbaatzuchtig geef je elkaar de focus en laat je elkaar schitteren( ik heb nooit gezegd dat dit niet mocht) Je gunt elkaar een goede tijd op het podium. Geniet hier ook van als je er midden inzit en vier het na afloop
Iedereen heeft ook wel eens een moment mee gemaakt dat je denkt “Wat doe ik hier”? Dat het zoeken is. Dat je elkaar gewoon niet begrijpt. Dat het publiek tam lijkt en steeds onrustiger wordt en je gooit maar weer wat extra energie erin. Je gaat op de lach spelen . Spelers gaan de focus pakken. Je zit constant in je hoofd aan de kant. Hoe kan ik mijn medespelers helpen. IK weet het niet. Spelers lopen gefrustreerd de kleedkamer binnen. Waarom ging deze game nou niet goed? Verleden keer ging het als een tierelier.
Ga even in dat gevoel zitten van een slechte voorstelling, beeld het je in………………………………………………..Wat voel je nu? Spanning, irritatie?
Twee tegenovergestelde ervaringen en vrij intensief beide. Omdat je vrij open staat. De eerste heerlijk en de laatste bagger. Laten we op het zuipen zetten en de wedstrijd analyseren. Goed nieuws: Dit is zeer menselijk.De mens verlangt naar een goed gevoel en heeft weerstand tegen negatieve gevoelens. WE zoeken liever naar goede ervaringen dan naar negatieve ervaringen. De mens is zo geprogrammeerd, we kunnen niet anders. Kijk eens in je dagelijks leven. Ik ga liever in een blokhut zitten met zingende nonnen dan een blokhut met kijvende hel angels; en zo heeft iedereen zijn voorkeuren.
Maar ja het leven heeft zijn dualiteit nodig. Zonder verdriet geen blijdschap. Zonder haat, geen vrede(ben je al afgehaakt trouwens?) Zonder dood, geen leven. Keith zegt dat een voetbalwedstrijd pas interessant wordt door mislukkingen. Als het altijd hoogte punten zijn wordt het gauw saai. Zo heeft hij ook theatersport ook ontwikkeld. Om stralend durven te falen. Jezelf en je medespelers niet op de kop te zitten als het een keer tegen zit.
Maar tsja. Die keith heeft makkelijk praten op zijn luie stoel. Zo makkelijk is dat gewoon niet. Verstandelijk begrijpen we het wel maar de ervaring is anders. In die vele jaren heb ik veel goede spelers boos en geirriteerd de kleedkamer binnen zien lopen. Gefrustreerd raken. Spelers met elkaar op de vuist zien gaan een keer. Boos op zichzelf worden. Omdat de negatieve emoties de overhand namen. Men zei dat er niks aan de hand was maar het lichaam vertelde een ander verhaal. En ik ben vrij gevoelig voor lichaamstaal omdat ik met gehandicapten werk met veel agressie. Weerstand tegen wat er is(een stroeve wedstrijd) en een verlangen naar het euforische gevoel wat er nu niet is( ooit wel was).
Keith zegt dat je altijd positief moet beginnen en gelijk heeft hij. Maar het is lastig als er ergens in het begin negatieve emotie erin sluipt. het tij nog te keren. WE zijn geen boedha’s . We zijn mensen van vlees en bloed en we slagen niet altijd om uit dat negatieve te komen.
Vandaar ook mijn gevoelsmatige aversie tegen de uitdrukking: “laat elkaar schitteren” Omdat dit een continue gegeven zou zijn. Als het goed gaat, Ja. laat elkaar schitteren. Maar als het even niet gaat, de wedstrijd stroomt niet. Laat je elkaar dan ook schitteren? Of ga je dan hard werken, ga je slechter naar elkaar luisteren en voor je eigen succes( op de lach spelen bijvoorbeeld) Ga je oordelen over je medespelers. Meestal gebeurd dit altijd. En het fijne is. Je kunt er bijna niks aan doen.
Daarom vind ik de insteek van vind elkaar geniaal een betere mantra. Omdat je elkaar positiviteit toe stuurt. Je steunt elkaar onvoorwaardelijk. Daarom ben ik ook meer de clownskant opgegaan omdat je spel kunt geven aan al die gevoelens die je eigenlijk niet wil laten zijn.
IK ben benieuwd hoe jullie met negativiteit omgaan. Ben je het gewaar als je irritatie merkt bij jezelf en je medespelers en wat doe je dan?
En een kleine toevoeging. Daarom spelen spelers onbewust op safe, Doen ze dingen die ze goed doen, waarin ze kunnen schitteren omdat dat dit het lekkere gevoel geeft die ze dat euforische gevoel geeft. De mens verlangt gewoon naar positieve gevoelens Niks mis mee. Gewoon laten gebeuren
Ik vind het best lastig om te begrijpen wat je nu eigenlijk wilt zeggen, maar ik ga toch een poging wagen.
In je reactie haal je 2 herinneringen naar boven: die van een superslechte wedstrijd en die van een supergoede wedstrijd. En wat voor gevoel men daarbij had. Overigens zijn dit 2 uitersten, maar dat terzijde.
Dit vertaal je naar de filosofie “Laat de ander stralen” als in: Bij een goede wedstrijd laat je elkaar ook goed stralen, dus ga daar mee door, bij een slechte wedstrijd faal je erin door de ander te laten stralen, dus laat die filosofie maar zitten. Met andere woorden, “Laat de ander stralen” slaat nergens op, want het is niet consequent toe te passen.
Zoals ik het begrijp krijgt de filosofie volgens jou alleen een waarde door wat al is gespeeld ipv wat nog gespeeld moet worden. Als dit inderdaad jouw conclusie is hoop ik voor je dat je je mening kan herzien, anders blijf je een bittere improspeler die eigenlijk niks met impro te maken wil hebben.
Verbeter me aub als ik verkeerde conclusies heb getrokken.
hallo Louis. Je hebt inderdaad verkeerde conclusies getrokken. De vraag die me opborrelt. Wil je me oprecht begrijpen ? Ik heb ooit een keer je avondje verpest en daar ook mijn excusez voor aangeboden. Krijg alleen het gevoel dat je nog steeds rancuneus bent naar mij en daardoor niet met een open mind leest. Je tekst zit nog vol met oordelen en verwijten. Maar ik probeer het nog een keer kort en krachtig.
Je hebt wedstrijden dat het moeiteloos stroomt tussen jou, je mede spelers en het publiek. Magische momenten, dat je denkt: “wauh” Geniet ervan. Heb plezier , heb fun.
Er zijn ook avonden dat het niet stroomt. En die zullen er zeker komen. Dat je er hard aan moet trekken. Spelers vinden dit geen lekker gevoel en gaan om dit gevoel tegen te gaan daardoor nog harder werken. Erg hun best doen. Maar daardoor gaan ze elkaar minder begrijpen. In hun hoofd zitten. Voor eigen beurt spelen. Op de lach spelen, continue focus pakken, medespelers beoordelen etc,etc…..Waardoor er geen chemie is.
Kun je bij het gevoel blijven dat het soms ook wel eens niet gaat een avond,Dat het stroef gaat. DAt je durft te erkennen. Nou dit is nou niet zo lekkere avond. Maar ik accepteer het dat ik niet voluit kan schitteren. Volgende keer beter.
Wat ik zie dat veel spelers dit heel lastig vinden en stug en hard door werken in de hoop nog een mooie scene eruit te krijgen. Hard je best doen voor het publiek.
Wat je dan vaak ziet dat spelers de dingen van stal halen die ze al goed kunnen. Waar ze in het verleden succes mee hebben gehad. Dan kunnen ze nog even dat goede gevoel voelen. Schitteren.
We hebben inderdaad een akkefietje gehad, maar dat heeft niets te maken met mijn reacties op wat je hebt geschreven. Daarmee richt ik me op wat je hier zegt, niet op jou als persoon.
Ik zou het prettig vinden als je dit er niet bij zou betrekken als een middel om mijn reacties te ontkrachten. Daarmee dwing je me bijna om eerst even het een en ander uit te leggen voordat ik weer mag reageren. Bij deze gedaan.
Nu over het topic.
Ik wil je oprecht begrijpen. Sommige delen kan ik volgen, andere delen niet. Dat kan aan mij liggen, durf ik niet met zekerheid te zeggen.
Naar wat ik zo lees snap je niet helemaal wat “Laat de ander stralen” betekent, maar pas je het wel op jouw eigen wijze toe. En daarbij zeg je dat deze filosofie bullshit is.
Het is goed om kritisch te zijn en vragen te stellen. Sta dan ook open voor antwoorden van anderen. Ik bedoel niet alleen van mij, er zijn wel meer reacties op je post die je meer tekst en uitleg geven.
Ik heb je blog en reactie open-minded gelezen. Meerdere malen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het vrij warrig en moeilijk vind samen te vatten. Maar nogmaals, dat kan aan mij liggen. Dat maakt mijn reactie ook moeilijk. Als ik niet goed kan begrijpen wat er nu eigenlijk wordt gezegd moet ik eerst doorvragen.
Dan nu mijn antwoord, iets dat anderen ook al hebben gezegd in een reactie.
“Laat de ander stralen” betekend niet “herhaal het trucje waar je goed in bent”.
Het is ook niet “Overspoel de medespeler met positiviteit”, en ook niet “Laat je medespeler worstelen”.
Het is zelfs niet een zelfstandige filosofie. Het is een getal in een som, samen met “Ja En”, “Wees in het Hier &Nu” en “Vind het spelletje”.
“Laat de ander stralen” betekent dat je datgene doet wat op dat moment juist aanvoelt om de scène vooruit te helpen.
Dat kan echt letterlijk van alles zijn. Zelfs solistisch spel kan binnen deze filosofie passen.
“Beschouw de medespeler als geniaal” vind ik persoonlijk een hele goede manier om de filosofie aan beginnende spelers duidelijk te maken, maar gaandeweg het leerproces te beperkend in de mogelijkheden. Moet je dan al het aanbod van je medespeler met een volmondig Ja! beantwoorden?
Kan je als acteur Ja! zeggen, maar als personage Nee,… ?
Hier zit mijn bezwaar in wat je schrijft, of zoals ik begrijp wat je schrijft.
Het is incompleet en wellicht tegenstrijdig. Sterker nog, het beperkt jou als improvisatiespeler en al improvisatietrainer.
Dit zeg ik absoluut niet uit rancune of om je naar beneden te halen. Ik ben het met je eens dat je het makkelijk zo kan lezen, maar dat is niet mijn bedoeling.
Je hebt je gevoel en mening gedeeld middels een blog. Durf je de uitdaging aan te gaan om de antwoorden binnen te laten komen?
beste Louis,
Sociaal media is altijd lastig om dingen al elkaar duidelijk te maken. We zitten in onze eigen universum en we kunnen niet in elkaars ogen kijken.Ik heb ook niet de intentie om mijn gelijk te willen halen. Zo moet er gespeeld worden in Nederland. Ik wil mensen alleen een ander perspectief bieden. Zo kun je ook naar impro kijken. Er zijn verschillende meningen en die mogen naast elkaar bestaan. Wat je zegt over Ja en, wees in het hier en nu , vind de game . Klopt allemaal als een bus. Samen op elkaar ideeën voortborduren. Aan voelen wat de ander nodig heeft. Als je daar de woorden ” de andere laten stralen” wilt geven. Mij best. In mijn stuk heb ik gezegd. Je medespeler in staat stellen om psychisch te veranderen zodat hij of zij haar expressie kan vinden , waardoor hij kan schitteren ofwel stralen. We zeggen precies het zelfde maar in andere bewoordingen. Zoals ik al eerder zei. Het is voor mij gevoelsmatig. Stralen en schitteren is de uitkomst als je toegewijd bent aan je medespeler, hem een goede tijd bezorgd op het podium. Hem of haar in zijn kracht zet, in zijn speelsheid Het spel haalt uit je medespeler. Dan wordt het een kinesthetische dans waar Keith Johnstone het vaak over heeft. Maar het gaat ook wel eens mis en dat heet stralend( blijmoedig) falen. Kan je in goed humeur blijven? Zonder jezelf de schuld te geven of je medespelers. Wat ik gewoon vaak gezien heb. Dat spelers dood ongelukkig op het podium staan. Proberen te trekken en te duwen aan een scene die gewoon niet loopt. Alle menselijke neigingen die ik al beschreven heb komen naar boven. Spelers gaan verkrampt spelen en dat is niet prettig om naar te kijken als publiek Door de rechters worden ze ook al niet geholpen(maar dat is weer een ander verhaal)
Wat ik maar heel weinig gezien heb in de afgelopen jaren. Dat spelers blijmoedig de scene stoppen en gewoon opnieuw beginnen. Dat ze de bewustzijn hebben. Dit wordt niks publiek, we gaan gewoon weer van voren af aan beginnen. Het is toch impro:) Dit geeft ontlading bij het publiek. Ik heb natuurlijk al een tijd geen impro meer gezien en misschien wordt het nu wel meer gedaan. Dan kan ik dit alleen maar toejuichen.
Als ik zo je site lees en de zin lees: Binnen improvisatie kun je niet streven naar perfectie, je kunt wel streven naar een laag foutenpercentage. Krijg ik de indruk dat je resultaat gericht bent, gedreven. Je zegt dat je 24/7 met impro bezig bent. En dat is allemaal ok. IK was vroeger vrij gedreven maar ik ben steeds meer naar de proceskant gegaan. Hoe te dealen met wat er is, de mislukkingen en hoe zou je daar weer spel aan kunnen geven dat het speels blijft op het podium. Daarom dat ik ook meer de clownskant opgegaan. Elke blogger zijn eigen kijk op impro. Ik wens je een genoeglijke blue monday toe
Een hoop woorden gewijd aan een eenvoudig inzicht van Keith Johnstone dat contact maken met de ander key is om spel te kunnen laten ontwikkelen.
“When you come up here, do not do your best. It’s called stage fright. Make the other look good. If they won’t change, you change. It’s the art of being altered. The more obvious you are, the more original you look to the spectators. The more you try to be original, the more boring your work will be because nothing will develop, anything will be separated out. It’s much easier to connect than to disconnect. Beginners disconnect, wonderful improvisers connect.”
Net als dat ‘geen nee mogen zeggen’ (bedacht om beginners te laten ervaren dat met een positieve houding een verhaal op gang komt) een onbegrepen dogma is geworden, is blijkbaar ‘de ander laten stralen’ ook tot eenzelfde onbegrepen mantra verzand. Het lijkt wel religie.
Tsja. Keith kan het een stuk beter dan ik. Ik hoop dat ik zijn visie heb kunnen verwoorden
leuk, beetje provoceren werkt altijd. Uitgangspunt van een ander laten schitteren is volgens mij geweldig. In het leven, in het werk op het toneel, waar dan ook. In the end word je daar veel gelukkiger van dan op zoek naar eigen roem etc. Probleem zit in het woord schitteren. Een acteur die een karakter speelt dat volledig kapot gaat en die door zijn medeacteurs volledig afgemaakt en gekleineerd wordt, zou zo maar eens de ster van de avond kunnen zijn. Maar, ja voelt dat als ‘laten schitteren’ Nope!…
Maar, dat is wel wat je wil, samen met je medespeler een geweldige scene spelen. Waarbij iedere speler zo krachtig mogelijk zijn kwaliteiten, gebruikt, ontwikkelt en benut…
Schitterend!