Het was in 2009 dat ik voor het eerst een format ontwierp voor IMPRO Amsterdam (toen nog: International Improvisation Theatre Festival, die te lange naam kon ik pas veranderen toen ik later artistiek leider werd). Het jaar ervoor had ik CatchImpro geïmporteerd en op het festival zijn Nederlandse première laten beleven en nu was het tijd voor mijn eigen ideeën. Daar rolde ik eigenlijk heel soepel in. We hadden een shortform muzikaal format op het programma staan en daar moest op de een of andere manier een kapstokje omheen. We zaten al in de festivalweek zelf, ik zat in de artistieke adviescommissie en zou MC zijn van de voorstelling, dus ik zou wel iets bedenken. In die tijd was Idols populair, dus ik gebruikte dat als inspiratie. Het zou niet de eerste keer worden dat ik een televisie programma vertaalde naar het impro-toneel…
Theatersport 2.0
Met een dubbelzinnig gevoel keken we aan het eind van het cultureel seizoen 2015-2016 terug op het jaar. Aangenaam Verrast had heerlijke uitwedstrijden gespeeld, de hele club deed in verschillende samenstellingen mee aan het NTT en de sfeer in de groep was opperbest. Toch liep er iets niet: de thuiswedstrijden. Die voelden steeds meer als een ‘moetje’: het lukte allemaal wel, maar het kostte energie, in plaats van dat het energie opleverde. We waren niet trots op onze voorstelling en hadden daardoor ook moeite om het publiek enthousiast te maken om te komen kijken. We zijn daarom met een paar leden met een lekker drankje op een zonnig terrasje gaan zitten om te brainstormen over Theatersport 2.0.
Vier (mogelijke) verklaringen waarom impro niet in de theaters staat
Het licht dooft. Een kort moment van stilte. Dan, een uitzinnig, ovationeel applaus. Spelers en publiek hebben samen iets magisch meegemaakt: een prachtige, grappige of ontroerende scène die ontstaan is terwijl ‘ie al bezig was. Alleen: de zaal waar zich dit afspeelt is het dansvloertje van een kroeg. Een leeggeruimde rookruimte of in het beste geval een gehuurd buurttheater. En het publiek is niet alleen klein, maar bestaat ook nog eens uit wederom dezelfde groep vrienden, familie en collega-improspelers. Dat terwijl we toch een redelijk bruisende cultureel landschap hebben in de theaters van den lande. Waarom staat dáár (bijna) geen impro? Vier mogelijke verklaringen.
Improspeler in Musicalland (deel 2)
In februari schreef ik mijn eerste blog over de avonturen van een improspeler in musicalland. Inmiddels zijn we enkele maanden verder en ben ik diverse nieuwe ervaringen rijker. Het is bijna niet te bevatten dat de uitvoeringen van de musical Lady Marmelade al volgend weekend zijn. Dat datgene waar we bijna een jaar naartoe hebben geleefd met elkaar daarna voorbij is. Natuurlijk leef je ook toe naar een improvoorstelling en nog meer naar een theatersporttoernooi, maar dat is toch wezenlijk anders.
Bata Clowning: een tweede leven in improvisatie
De afgelopen jaren ben ik niet meer echt actief geweest in het improvisatie-wereldje. Het kriebelde wel, maar als ik weer het toneel op zou gaan, dan zou ik het iets moeten zijn waarmee ik aan het begin zou staan van iets totaal nieuws in Nederland. Met de totale vrijheid en het anarchistische gevoel uit mijn begintijd. Dat heb ik gevonden in Bata Clowning!