Naar aanleiding van mijn vorige blog, de Improvisatie Bibliotheek, werd ik gevraagd iets te schrijven over het verschil tussen de twee scholen waarop waar het moderne improvisatietheater is gestoeld: Keith Johnstone en “De Chicago-school”, de illustere improvisatiebeweging uit Chicago, waar Del Close als God wordt beschouwd zoals in theatersportend Nederland Keith Johnstone wordt aanbeden. Aangezien het merendeel van de lezers van improblog Keith Johnstone en zijn visies wel een beetje kennen, richt ik me vooral op Chicago.
Waarom ik graag beginners les blijf geven
Hoe graag ik ook werk met gevorderde spelers, ik blijf daarnaast als het even kan ook les geven aan beginnende improvisatoren. Drie redenen waarom.
Want to Organize an Improv Festival? Here’s how:
During Impro Amsterdam 2015 I got a chance to interview Luisa Winkler the artistic director of Improtheaterfestival Wurzburg, Trent Pancy artistic director of Finland International Improv Festival and Anja Boorsma artistic director of Impro Amsterdam about the organization, challenges and uniqueness of their festivals. Want to organize your own improv festival? Or just curious about the ins and outs of your favourite festival? You can listen to an audio recording of the interview right here.
De impact van improvisatie comedy voor bedrijven
Dit artikel is bedoeld voor iedereen die improvisatie toepast bij bedrijven of dat wil gaan doen. Maar ook voor organisaties die geïnteresseerd zijn in de point of view van de acteur of improvisatiegroep die zij inhuren. Mijn passie zit in het prikkelen, verbinden en in beweging zetten van mensen, dit doe ik door middel van improvisiatie comedy. Vier uitgangspunten die daarbij voor mij centraal staan.
Verlichting voor impro’ers
Op het Theatersportweekend 2015 gaf ik een workshop over de Innerlijke Criticus: het stemmetje in je hoofd dat je vertelt dat je het niet goed doet. Alle workshopdeelnemers kenden het wel: ‘Dat was geen goeie grap!’ ‘Dit Vlaamse accent klinkt als Brabants, sufkut!’ ‘Je hebt niet goed opgelet en nou ben je de namen vergeten…’ ‘De anderen kunnen veel beter improviseren dan jij!’ Ik schrijf deze zinnetjes nu in de Jij-vorm, maar de meeste spelers zullen ze ervaren in de Ik-vorm. En daar begint de ellende.