Deze week gaf ik een presentatie-training aan een groep accountmanagers. Het was vooral een interactieve training waarbij ik de deelnemers aan het werk zette, maar ik wilde het natuurlijk wel even inleiden. Met een korte presentatie. En dus stuitte ik op het meta-gedachtes.
Een Belg, een Duitser en een Nederlander komen een bar binnen. De barman kijkt naar het drietal en zegt: “Nee he, ik zit toch niet in een mop?” Dit is een schoolvoorbeeld van een meta-opmerking, waarbij de barman uit de mop reflecteert op de mop. Nou zul je in het dagelijks leven niet zo gauw in een mop belanden, maar wel in andere situaties waarin je niet ontkomt aan meta-gedachten. Als je feedback geeft op de manier waarop iemand feedback geeft bijvoorbeeld. Of als je een sollicitatiebrief schrijft voor een baan als tekstschrijver. En dat kan soms knap lastig zijn.
Presentatie-technieken
Ik kom dat tegen als ik presentatietraining geef, zoals afgelopen week. Ik ging iets presenteren wat ging over presenteren. De hele training had ik uiteraard goed voorbereid en de invalshoek was helder: presentatie-technieken verbeteren met mijn achtergrond en ervaring in het (improvisatie)theater. Dat heb ik vaker gedaan en ik heb een genoeg oefeningen, tips en ervaringen om te delen.
Bewust trainen, onbewust toepassen
Maar toch voelde ik net iets meer spanning dan normaal als ik voor een groep ga staan. Ergens in mij hoorde ik een stemmetje dat zei: alles wat je zegt over bijvoorbeeld stemgebruik, lichaamshouding, armgebaren en oogcontact moet ik natuurlijk zelf ook doen. En goed ook. Daar schuilt wat mij betreft het gevaar. In zo’n situatie kun je het te graag goed willen doen en kun je je erg bewust worden van wat staat te doen. Zoals de meesten van ons wel weten: dat kan in de weg gaan zitten. Je hebt de technieken misschien ooit bewust getraind maar je wilt ze (grotendeels) onbewust toepassen tijdens het presenteren, als een programma dat op de achtergrond draait. Maar dat wordt nu bemoeilijkt door de meta-gedachtes.
Perspectief
Ik herkende dit soort gedachtes uit het improviseren. Ik besloot te proberen het in mijn voordeel te gebruiken. Toen ik begon, nam ik de toehoorders mee in mijn belevingswereld en zei iets over de situatie van mijn perspectief. Dat nu ik voor de groep stond en alle ogen op mij gericht was, er iets met me gebeurde. Dat ik me ineens bewuster was van wat ik deed dan een minuut geleden, toen ik nog met de deelnemers koffie zat te drinken. Je raadt het al: dat herkenden ze allemaal. Het vormde een mooi startpunt van de training die vanaf dat moment soepeltjes verliep.
PS Ook in geïmproviseerde scènes komt soms meta-commentaar voorbij (niet in de laatste plaats van mezelf), wat soms erg komisch kan zijn. Wie past het bewust toe en bij wie zit het in de weg?
Deze blog verscheen in een andere vorm eerder op sytsewilman.nl/blog