Theatersport, toernooi, tijd

Met het Nederlands Theatersport Toernooi (NTT) in aantocht, stomen veel teams zich klaar om hun beste beentje voor te zetten. Zelf doe ik dit jaar niet mee, na vier deelnames op rij waarin ik zo ongeveer alles wel eens heb meegemaakt. Nouja, ik ben erbij als jurylid. Toch kan ik het niet laten de deelnemende teams een tip te geven: bereid je voor op de klok.

Beeld: Pixabay.com

In vrijwel iedere setting en ieder format (met Catch Impro als grote uitzondering) is het prima dat de ene scene wat langer duurt dan de andere. Het is tenslotte geïmproviseerd en als je onderaan de streep maar een beetje op een redelijke tijd klaar bent, is het goed. Maar op een toernooi ligt dat anders. Er is een strak schema en bovendien sprake van competitie. Er is een onverbiddelijke tijdslimiet. Teams en spelers die dat niet gewend zijn, doen er goed aan zich daarop voor te bereiden. Ik raad aan de volgende punten in overweging te nemen.

1. 1. Laat de teamcaptain zich voorbereiden op het uitleggen van de game. Het publiek moet een idee hebben van het kan verwachten en waar het naar zit te kijken. Maar het hoeft ook weer niet tot in detail. Een captain kan alvast nadenken hoe hij de game een beetje leuk en kernachtig uitlegt, in twee of drie zinnen.
   2. Hetzelfde geldt voor het vragen van de suggestie uit de zaal en het plaatsen van de uitdaging. Of je nou ter plekke wat bedenkt of dat hebt voorbereid: houd het strak en to the point, zodat je genoeg speeltijd voor je scene overhoudt. Probeer bijvoorbeeld niet met je team in overleg te gaan over welke spelers gaan spelen of welke suggestie je aanneemt. Dat is allemaal ruis en kost tijd. Omgekeerd: steun als spelers je captain door meteen op te springen als hij of zij om medespelers vraagt.
   3. Time hoe lang vijf minuten eigenlijk is. Enerzijds is het kort. Als je scene traag op gang komt, is het moeilijk genoeg tijd over te houden voor een mooi einde. Anderzijds is het lang genoeg om een compleet verhaal te spelen, inclusief een rustige opbouw. Tijdens een repetitie de tijd bijhouden kan je gevoel geven voor de (on)mogelijkheden binnen de tijdslimiet.
   4. Je komt vooral in de problemen door uitstel-gedrag en steeds nieuwe problemen en verhaallijntjes introduceren. Keuzes durven maken en daarbij blijven zijn vaardigheden die te trainen zijn. Een aandachtspunt voor elk toernooiteam.
   5. Leer te werken met edits en onderzoek op welke manier je die met jouw groep kan toepassen. Een sprong in ruimte of tijd kan helpen grotere stappen te maken in je verhaal.
   6. Maak gebruik van de tijdslimiet. Ik heb de afgelopen jaren al verschillende teams gezien die de spanning aan het eind mooi op lieten lopen als de jury aangaf dat de tijd bijna op was. Het personage moet een belangrijke beslissing nemen, maar er is gezegd dat er nog maar een halve minuut over is. In plaats van meteen de knoop door te hakken, juist de tijd nemen verhoogt de spanning. Nog 10 seconden, geeft de jury aan… En pas vlak voordat die voorbij zijn, komt de ontknoping. We zien nog net de reactie van de andere personages en dan: bam licht uit + applaus.

Natuurlijk zijn er nog veel meer dingen waar je als team op kunt letten als je je voorbereidt op het spelen van een impro-toernooi, maar ik denk dat de tijd absoluut één van de belangrijkste is. Juist omdat het zo ontzettend jammer is als een mooi opgebouwde scene niet net zo mooi kan worden afgesloten. Door je in te stellen op de tijdslimiet, kun je dat voorkomen. En ook dat je gehaast speelt terwijl dat helemaal niet nodig is. Het is zaak de vaart erin te houden, maar je niet op te laten jagen. Bereid voor wat je voor moet bereiden en laat los wat je los kunt laten.

Ik wens alle deelnemende teams heel veel plezier en zie uit naar het toernooi!

PS Nu ik er zo over nadenk: één van de leukste toernooi-scenes waar ik zelf in heb gespeeld voldoet wel zo ongeveer aan bovenstaande tips qua time-management. Het is natuurlijk altijd riskant jezelf als voorbeeld te gebruiken, maar he: ik doe niet zoveel, het zijn vooral mijn medespelers die erin schitteren.