Het licht dooft. Een kort moment van stilte. Dan, een uitzinnig, ovationeel applaus. Spelers en publiek hebben samen iets magisch meegemaakt: een prachtige, grappige of ontroerende scène die ontstaan is terwijl ‘ie al bezig was. Alleen: de zaal waar zich dit afspeelt is het dansvloertje van een kroeg. Een leeggeruimde rookruimte of in het beste geval een gehuurd buurttheater. En het publiek is niet alleen klein, maar bestaat ook nog eens uit wederom dezelfde groep vrienden, familie en collega-improspelers. Dat terwijl we toch een redelijk bruisende cultureel landschap hebben in de theaters van den lande. Waarom staat dáár (bijna) geen impro? Vier mogelijke verklaringen.
- De ambitie ontbreekt
Allereerst wordt impro natuurlijk vooral hobbymatig beoefend. Verreweg de meeste groepen zijn helemaal content met bovenstaand beeld, en terecht. Maar ook groepen die de ambitie hebben om theaterbezoekend Nederland kennis te laten maken met kwaliteitsimpro krijgen maar moeilijk voet aan de grond. Één van de redenen:
- Impro is niet toegankelijk genoeg
Waarmee ik niet bedoel “platvloers” of “simpel”: maar vooral doel op de mate van professionaliteit. Als een groep verwacht dat men geld betaalt voor een voorstelling dienen ze er ook voor te zorgen dat deze strak geregeld en verzorgd is (zie hiervoor zeker Sytse’s blog “Stop met dat gerommel”). En, niet geheel onbelangrijk, uiteraard ook dat de impro zelf van een niveau is dat de moeite van het bekijken waard is.
Een andere belangrijke bottleneck is denk ik het format van de voorstelling. Dat theatersport niet de meest toegankelijke vorm is lijkt me duidelijk, maar vaak wordt het vervangen door iets als een ‘Avondvullend zombie/western-drieluik in de stijl van de gebroeders Cohen’. Erg leuk en uitdagend om te spelen, maar net zo uitdagend om te volgen als je zelf geen impro speelt. Dat maakt mijns inziens de impro-wereld behoorlijk ‘op zichzelf gericht’, en dus:
- Publiek kent het niet
Impro is geen genre. Waarmee ik bedoel: je buurman van drie-hoog-achter kan niet kijken naar een impro-voorstelling zoals hij kan kijken naar een musical of een cabaretvoorstelling: díe groep vind ik gaaf en déze vind ik minder, en dat zijn vrouw dat precies andersom heeft. Men kent impro van De Lama’s en gaat (áls ze naar impro gaan) naar het theater om één keer “de gimmick” te zien. Waaruit volgt:
- Programmeurs durven het niet aan
“Nee, we hebben dit jaar al impro staan” is de zin die we veel hoorden toen we tóch een theatertour wilden regelen. Met een beetje mazzel kan een theater genoeg gimmickzoekers bij elkaar schrapen om Op Sterk Water te kunnen boeken, maar dan óók nog een onbekende groep? Dat ging ‘m niet worden. (En Op Sterk Water staat weer niet in theaters waar De Grote Improvisatieshow staat).
Nóg vaker hoorden we ‘Maar als het geïmproviseerd is, hoe weten we dan zeker dat het goed wordt?’. Tja… De enige manier om dat écht te laten zien is ze een voorstelling laten bijwonen, maar dat is logischerwijs te veel gevraagd. (En bovendien, waar moeten ze komen kijken als je nergens staat?)
—
Kortom, “professionele” theaterimpro staat in een behoorlijke patstelling. Pas als er verzorgde en goede shows zijn krijgen we loyaal terugkerend impro-publiek, waardoor programmeurs het durven boeken, er meer voorstellingen kunnen plaatsvinden en het algehele niveau stijgt. Maar daar lijkt voorlopig geen beweging in te krijgen.
Maar toch: we gaan het proberen. Na tergend veel mails, net zo veel telefoontjes en bíjna net zoveel afwijzingen hebben we tien kleine theaters bereid gevonden om ons (Beperkt Houdbaar) avondvullend weg te zetten. Het is eng, het is een enorm regelwerk en het is financieel niet bepaald aantrekkelijk, maar we zijn ervan overtuigd dat het nodig is.
Wij denken dat de enige manier om hieruit te komen is om heel voorzichtig te pulken aan de randen van het behang. Met zijn allen priegelen en peuteren, tot we een hoekje beet hebben en hopelijk ineens een hele strook van de muur kunnen trekken. Dus bij deze mijn oproep: pulk mee! Vind gelijkgestemden, professionaliseer, repeteer, ontwikkel, spam theaters, zoek festivals en emancipeer improvisatietheater. Zodat we over een jaar of tien kunnen zeggen: impro is een genre.