Ik speel solo improvisatie: In mijn eentje speel ik een voorstelling. Alle verhalen verzin ik zelf, alle karakters speel ik zelf. Dat is best stoer van me en superknap. Toch loop ik niet naast mijn schoenen, want solo doe je niet vanuit je ego. Het is eerder spannend en kwetsbaar… Waarom doe ik het dan wel? En wat levert het me op?
Zelftest voor impro-spelers
Wat voor dier ben jij? Welk land past bij jou? Wat voor soort minnaar ben jij? Iedereen houdt van testjes, op Facebook of in de Viva bij de kapper. Daarom van mij ook een testje, voor mensen die aan improvisatietheater doen. Het enige wat je nodig hebt, is een pen en een vel papier. Ik zeg nog niet te veel over de uitslag, want dan beïnvloed ik de uitkomst. Ga er blanco in, het is tenslotte een improtest.
Kan impro tè goed zijn?
‘Jij bent zo goed in impro dat het bijna saai is om naar je te kijken.’ Dit kreeg een impro-collega onlangs te horen na een voorstelling. Een compliment of een verkapte belediging? Paradoxaal is het zeker. Kan improvisatie tè goed zijn om te boeien?
Van flopsuggestie naar topprestatie
Bij de meeste vormen van improvisatietheater heeft het publiek invloed door suggesties te roepen, waar de spelers hun scène op baseren. Het komt regelmatig voor dat het publiek suggesties roept die cliché zijn. Dat inspireert de spelers niet. Of toch wel? Door creatief met een flopsuggestie om te gaan, kun je wel degelijk een topprestatie leveren. Drie keer drie flopsuggesties en toptips om er toch inspiratie uit te halen.