Je kent dit soort spreuken wel: “all the magic happens outside of your comfort zone”. We nemen het meestal klakkeloos aan. Ik wil daar echter een belangrijke vraag bij stellen, namelijk: “Really?” Zijn niet de meest tenenkrommende improshows degene waar de spelers volkomen buiten hun comfort zone zijn? Waar de meest fundamentele emotie van de improvisatie, die ons ook de kick geeft als we hem overwinnen – angst – hoogtij viert? De angst, waardoor mensen in hun hoofd raken, de spelers allerlei onzin gaan roepen of juist helemaal niks meer zeggen?
Impro is regelmatig niet om aan te zien. Laten we daar eerlijk in zijn. Als publiek zijn we vaak welwillend, omdat we de angst meevoelen met de spelers en bewondering hebben voor hun dappere poging die te overstijgen. Als de spelers volstrekt vreemden zijn, zijn we vaak al minder vergevend, maar soit: het is geïmproviseerd, goede poging! Als we echter niet zouden weten dat het impro was, zouden we de meeste shows als “zelfs voor amateurs reteslecht theater” bestempelen. Verhaaltjes zonder logica, plat als een dubbeltje, veel kinderlijk, aanstellerig geschreeuw, ongeloofwaardig, slecht acteren, en zelf nóg slechter zingen. Het valt niet te ontkennen. We kijken zelden naar impro voor de theatrale kwaliteiten. Het is de angst waar we voor komen. De angst die impro gevaarlijk maakt en daardoor aantrekkelijk. Kennelijk houden we van dappere mensen die de confrontatie met hun angst aangaan. En dus kijken we bij impro graag naar mensen buiten hun comfort zone.
Angst
Maar is dat zo? Kijken we op bijvoorbeeld het Nederlands Theatersport Toernooi – gemiddeld – niet het liefst naar de groepen die IN hun comfort zone spelen? Die die angst lang en breed overwonnen hebben? Als je op de gemiddelde reactie afgaat, wel. Niet alleen omdat deze groepen over het algemeen zoveel meer ervaring hebben en dus beter spelen. Maar ook omdat die in theorie aantrekkelijk gevaarlijke angst, als die de overhand krijgt, zo lelijk kan zijn. Als acteur leer je op de theaterschool, dat je het publiek altijd het gevoel moet geven dat ze veilig zijn, en dat jij als acteur veilig bent. Al lijdt je personage vreselijke pijnen of draait hij helemaal door, al gaat het personage door de hel: het publiek moet altijd weten of voelen dat de acteur zijn personage onder controle heeft. Als het publiek begint te twijfelen of de acteur of het personage lijdt of doordraait, ontstaat er onrust en ongemak in de zaal. En daardoor kan het publiek niet meeleven met de personages en het verhaal.
Bij slechte improshows zien we vaak die angst van de acteur mijlendik bovenop de personages, en dit zorgt dus op zijn best voor reacties als “wat dapper”. En op zijn ergst mensen die op in kramp gekromde tenen proberen de zaal te verlaten.
Is de comfort zone dan wél een goed ding? Weinigen zullen dat toegeven. We kennen immers allemaal een paar spelers die “altijd willen zingen omdat ze daar goed in zijn” en verder niet zoveel interessants doen (en omdat we dat zingen van hen zo goed kennen is dat ook al snel niet interessant meer). Spelers die weigeren zelfs maar het centrum van hun comfort zone te verlaten. Dus nee, de comfort zone is niet per definitie goed. Maar: hoeveel spelers zijn zo? Ik denk heel weinig.
Veiligheid
De meeste goede improvisatoren, die prachtig spelen, doen dat binnen hun comfort zone. Jazeker, ze dagen zichzelf af en toe uit. Maar met kleine stapjes. Ze stappen zelden tijdens een show mijlenver uit hun comfort zone. Ze voelen zich TEN EERSTE veilig. En laten zich DAN verrassen. De meeste mensen spelen domweg beter als ze zich veilig voelen. Dat kan door een fijne groep zijn, door (nieuwe) impro-skills die ze geleerd hebben, of gewoon omdat ze zich als podiumbeest thuis voelen op de vloer. En we spelen allemaal toch heel vaak liever met die ene speler dan met die andere? Dat noemen we dan de “klik” die je met diegene hebt, wat op de keper beschouwd ook een vorm van comfort zone is. Net als een blokkade eigenlijk een nieuw aanbod is, is een speler met wie je geen “klik” hebt, in theorie, een groter gevaar en dus meer kans op “magic”. In de praktijk zie je maar verdomde weinig spelers die graag op die manier op zoek gaan naar de magie.
Veiligheid is een groot goed in impro. En ik zie weinig verschil tussen veiligheid en comfort zone, al zullen sommige mensen dat niet met me eens zijn. Ik denk daarom dat we realistischer moeten zijn. We willen kijken naar mensen die een uitdaging aan durven gaan, het gevaar opzoeken. Absoluut! Maar dan wel spelers die dat doen vanuit hun comfort zone. Zij die normaliter buiten hun comfort zone spelen, zijn vaak niet fijn om naar te kijken. Die moeten allereerst maar eens daar naar binnen zien te komen. Zij die wel binnen hun zone spelen, kunnen van daaruit dan snoepreisjes naar erbuiten maken.
Laat mij daarom een nieuwe tegelspreuk (lees: overdreven simplisme) toevoegen aan de massale hoeveelheid die impro al heeft:
Om uit je comfort zone te stappen, moet je er eerst in staan.
Ik ben hier helemaal mee eens, Roemer. Niemand vind t leuk om onzekere mensen te bekijken.
Ik denk wel dat de “algemene drang” om buiten je comfort zone te spelen wel meevalt. Veel spelers willen graag in de comfort zone blijven. Ik vind “buiten je comfort zone” ook een slechte term binnen goed improviseren. Het is, denk ik, juist de kunst om samen met je groep het onbekende (buiten je c-zone?) tot comfort zone te maken.
Helemaal mee eens. Ik denk dat het misverstand is dat je als je met improvisatie begint, je voortdurend uit je comfort zone moet stappen. Voor een groep mensen staan is dan al voor veel mensen al oncomfortabel en zonder script spelen al helemaal. Naar mijn mening hoort het verlaten van je comfort zone vooral thuis in de oefenruimte. Op het podium kun je risico nemen en jezelf uitdagen, maar zoals je zegt: vanuit een gevoel van veiligheid en zekerheid.
Het probleem is dat er niet op de angst wordt getraind. Mensen hebben de neiging om in hun comfortzone te blijven omdat zo hun hersens nu eenmaal werken. Keith johnstone geeft ook ergens aan dat je Impro voorstelling als open les zou moeten zien. Dan maak je de verwachting bij het publiek minder groot en temper je de angst bij spelers. (Tot vervelends toe heeft hij dan wel de neiging om je steeds aan te sturen aan de zij lijn)
Toch zit er wel iets in. Spelers zijn niet verantwoordelijk voor de scène maar degene aan de zij lijn. De stress om goed te willen doen wordt minder. Spelers die steeds het zelfde doen, worden uit gedaagd iets anders te doen. Bij gorilla theater wordt het nog wel gedaan volgens mij. Helaas wordt dat in Nederland bijna niet gedaan en dan krijg je wat roemer terecht zegt ” angst theater”
Interessant! Ik denk ook dat het publiek niet graag kijkt naar spelers die buiten hun eigen comfortzone spelen. Het publiek kijkt denk ik graag naar mensen die comfortabel spelen op een manier (improviserend) die buiten de comfortzone ligt van het publiek. ‘Knap wat ze doen, ik zou dat zelf niet kunnen / durven’.
Wat ik verder zie is dat spelers juist wel vaak spelen binnen hun eigen comfortzone (zelfde typetjes spelen, graag zingen) maar zich wellicht niet helemaal bewust zijn van de kwaliteit van het ingezette spel.
Dit wordt dan door de speler zelf ervaren als comfortabel (in de comfortzone) terwijl het publiek / medespeler daar anders over denkt. Blinde vlek verhaal…
Goede tegelspreuk dus. Met de aanvulling dat een stuk (zelf) reflectie binnen je comfortzone wel op z’n plaats is.
De paradox is volgens mij dat je als improvisator uiteindelijk (hopelijk) leert om je op je gemak te voelen buiten je comfort zone. Waardoor het dus meteen niet meer ‘buiten je comfortzone’ valt. Goeie/ervaren/professionele improvisatoren kunnen dit. Zonder paniek buiten de comfort zone. Het woordje professioneel gebruik ik omdat ik vind dat een voorstelling gebaat is bij zelfreflectie (als je weet dat je vals zingt, waarom het dan toch doen?) en bij het beheersen van een aantal basistechnieken (als je goed kan acteren en weet waar je op een podium moet staan voor een mooi toneelbeeld, dan is het al een stuk minder erg als je een keer een scene met een flutverhaaltje speelt).
“zonder paniek buiten de comfortzone”, dat vind ik een mooie samenvatting van wat hier bediscussieerd wordt. 🙂
Yep!
Mooi opgeschreven. Ik kan niet zoveel zeggen over spelers die constant buiten hun comfort zone opereren. Ikzelf heb een tentje opgezet in de comfort zone. Je kunt vanuit ‘je basiskamp’ de omgeving verkennen en terug rennen als het donker wordt.
Goed verhaal Roemer.
Ik heb nog een kleine aanvulling. Het is belangrijk om buiten je comfort zone te stappen, maar niet te ver. Dan kom je in je stress (angst) zone. Dat is niet leuk om naar te kijken. Dan zie je de paniek en stress van de acteur, boven alles uit en krijg je als publiek kromme tenen. In een training is dat prima om af en toe in je stress zone te zitten. Zo ontwikkel je jezelf.
Als een acteur een snoepreisje maakt buiten zijn comfort zone, dan zie je dat als publiek meestal ook. Je ziet dan geen angst, maar verwondering, verbazing of gedrevenheid bij de acteur. Dat is heel fijn en verrassend om naar te kijken.
JA wel eens en …..
Ja je speelt prettig in je comfortzone waar je vertrouwd bent. Ik speel ook liever niet met spelers die ik niet kan plaatsen en me niet veilig mee voel. Je hoeft niet met iedereen te kunnen spelen en je moet je zeker geen geweld aan doen. Hetzelfde werkt het wanneer je je metrum wil versnellen. Wanneer een speler of spreker ineens super snel wil bewegen of spreken valt hij over zichzelf heen (haperen/schudden). Terwijl wanneer hij/zij het langzaam opbouwt diegene vaak versteld staat van de snelheid die hij bereikt. Tot zover heel erg eens. En ik merk dat impro bij mij ook gedijd met uitdaging het stapje out of the box is wel erg essentieel voor een goede performance. Wanneer een groep te comfortabel is met wat ze doen (of vaak ook te veel controle hebben) wordt het ook vaak heeeeel saai om naar te kijken. En als speler raak ik ook ingedut en minder scherp in het moment als ik te lang dezelfde patronen herhaal. Daarnaast is het ook wel eens leuk om na te denken over :”wat voegen we als groep toe aan het bekende bestel”? Dus ja blijf in je comfort zone maar kampeer wel altijd aan de rand.
Bij zen trainingen heb je de meester die zijn leerlingen met een stok slaat als ze afdwalen. Houd ze bij de les, steeds aanwezig zijn bij wat er nu is. Is dat niet iets voor Impro Nederland ? Paar gasten aan de zijlijn met een stok. Dan blijven spelers heus wel in hun comfort zone en ook allert;)