Het wereldje, de scene, de kliek of de community. Hoe het ook noemt, veel fanatieke improvisatiespelers zullen het gevoel wel herkennen dat ze onderdeel zal van een bepaalde groep. Dat kan soms heel fijn zijn, je kent en waardeert elkaar en voelt je erbij horen. Wat mij opvalt: in een klein land als Nederland zijn er zelfs voor een vrij zeldzame bezigheid als improviseren verschillende groepjes. En die komen soms maar moeizaam met elkaar in contact en eigenlijk is dat ontzettend jammer.
Er zijn natuurlijk meerdere manieren waarop je naar zulke subgroepjes kunt kijken, het kunnen vriendengroepen zijn, het kan binnen een vereniging zijn, het kan een scheiding tussen amateurs en professionals zijn. Wat ik vaak tegenkom is een onderscheid in welk evenement een jaarlijks terugkerende vaste prik is. Vanuit eigen ervaring zie ik wat dat betreft een onderscheid in drie cirkel:
NTT-cirkel
Dat er een wereld voor me open ging is wat overdreven, maar toen ik in 2014 voor het eerst meedeed aan het Nederlands Theatersport Toernooi (NTT) leerde ik wel een heleboel groepen en spelers voor het eerst kennen. Ondanks dat ik al jaren impro (zowel theatersport als andere vormen) speelde bij Placebo, had ik eigenlijk nog nooit van het hele evenement gehoord tot ik door Sanne van der Kolm en Anneke Steegh werd gevraagd om een team te vormen, samen met Matthijs Kop. Het werd een geweldige ervaring en sindsdien heb ik geen NTT gemist, als deelnemer of jurylid. Toch weet ik zeker dat er nog steeds groepen en spelers zijn die het toernooi niet echt kennen, terwijl ze het waarschijnlijk hartstikke leuk zouden vinden en ook genoeg kwaliteit en eigenheid hebben om wat aan het vertoonde spel toe te voegen. Een paar van de beste spelers die ik ken, hebben nog nooit meegedaan. Zonde.
Theatersportweekend-cirkel
Een ander voorbeeld: met diezelfde Sanne, Anneke en Matthijs was ik bevriend geraakt mededankzij het Theatersportweekend. We traden ook wel met elkaar op in reguliere theatersportwedstrijden (ook zo cirkeltjesvormend: jaar in jaar uit met/tegen dezelfde groepen spelen), maar je leert elkaar pas echt kennen aan de bar of tijdens een Brakke Zondagochtend Bingo de volgende ochtend. Ik ben voor het eerst op het weekend belang dankzij groepsdruk en omkoping toen ik bij Placebo ging spelen. Zij zeiden: je moet er een keer geweest zijn. Ik weet nog dat ik de eerste keer niet zo enthousiast was, het jaar daarop toch nog een keer ging en vervolgens jaren op rij geen editie heb gemist. De gezelligheid en workshops – variërend van erg leerzaam tot vrij hilarisch – van het Theatersportweekend zouden een hoop improspelers aanspreken. Toch ken ik er veel die er nog nooit geweest zijn. Omdat ze het niet kennen of er een weinig positief beeld van hebben. Zonde.
IMPRO Amsterdam-cirkel
Terwijl de deelnemende team al uitkijken naar het NTT in maart en de organisatie druk bezig is met het organiseren van het Theatersportweekend, zijn weer anderen in de ban van het internationale festival IMPRO Amsterdam. Ook daar ben ik als in Amsterdam wonende impro-speler jarenlang nauwelijks geweest. Ik pakte wel eens een avondje mee, maar sloeg het ook vaak genoeg over. Pas de afgelopen jaren raakte ik er steeds meer bij betrokken door het open podium te leiden, podcasts op te nemen en dit jaar zelfs te trainen, jureren en presenteren. Bovendien ging ik zelf af en toe internationaal optreden waardoor ik me nog meer realiseerde: improvisatie-liefhebbers vanuit heel Europa en zelfs daarbuiten komen voor het festival naar Nederland, maar er zijn heel veel Nederlandse fans die er nog nooit geweest zijn. Terwijl de shows, workshops en speelmogelijkheden hen waarschijnlijk erg zouden aanspreken. Zonde.
Open houding, eerste stap
Nou schrijf ik dit stuk niet om mezelf als lichtend voorbeeld te stellen, ik mis ook ontzettend veel dingen en draai ook vaak genoeg in mijn eigen kringetje rond. De keren dat ik wat nieuws ontdekte, was dat – zoals hierboven beschreven – vooral te danken aan andere mensen die me ergens bij vroegen. En daar ben ik ze dankbaar voor. Daarom vind ik het belangrijk om zelf ook te helpen bruggen te bouwen. Ik moedig cursisten en groepen die ik les geef altijd aan te gaan kijken bij verschillende groepen en evenementen en ben improblog begonnen als platform waar mensen met verschillende achtergronden hun mening, visie of kunnen delen (wees welkom dat te doen). Bij de oprichting van Het Gevolg hebben we er bewust voor gekozen om mensen van verschillende generaties, groepen en steden te vragen.
Voor de duidelijkheid: van mij hoeft niet iedereen overal bij te zijn of elkaar in de armen te vallen. Maar als je het gevoel hebt dat je wel een nieuwe impuls kunt gebruiken, weet dan dat die voor handen is, vlak buiten je eigen kringetje. Het enige wat je nodig hebt is een open houding en een eerste stap. Ik heb er in ieder geval nooit spijt van gehad.
PS IMPRO Amsterdam begint komende week, de kaartverkoop voor het NTT is in volle gang en ze zoeken vast ook nog vrijwilligers en voor het Theatersportweekend opent de inschrijving vast ook binnenkort.
Het doorbreken van die cirkels was ook de reden dat ik ooit onder de noemer ‘SpringinTheater’ workshops voor ervaren spelers met aansluitend een ‘Open Impro’ Podium was gestart. De achterliggende gedachte was improspelers de gelegenheid zouden krijgen om extra vlieguren te maken. Vreemd genoeg liepen de workshops meestal beter vol dan het Open Podium. Ik vermoed veel improspelers stiekum toch meer van veiligheid houden dan ze toe willen geven. Overigens noem je een belangrijk voordeel van het spelen met onbekenden: je leert veel beter improviseren door variëteit aan tegenspel en de noodzaak beter op te letten omdat je de tegenspelers nog niet kent en dus lastiger op hun reacties kunt anticiperen.